This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
telrij
hoeveelheden
getallen
De telwoorden op volgorde noemen
cijfer 5 plaatsen op een getallenrij
zeven vingers tellen vanaf 5: vijf, zes, zeven.
Slide 10 - Drag question
telrij
hoeveelheden
getallen
verkennen verschillende functies van getallen
tellen met sprongen van 2, twee, vier, etc...
herkennen van getalbeelden
Slide 11 - Drag question
meten
meetkunde
verhouding
"onze schaduwen wijzen hetzelfde kant op"
het is niet eerlijk: 2 meisjes eten 3 broodjes en 3 jongens eten 6
peter: "ik ben langer dan jij"
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Welke functie heeft het getal hier?
A
meetgetal
B
naamgetal
C
hoeveelheidsgetal
D
telgetal
Slide 14 - Quiz
Welke functie heeft het getal hier?
A
meetgetal
B
naamgetal
C
hoeveelheidsgetal
D
telgetal
Slide 15 - Quiz
Welke functie heeft het getal hier?
A
meetgetal
B
naamgetal
C
hoeveelheidsgetal
D
telgetal
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Kind doet de emmers, de scheppen, etc bij elkaar. Welke traditionele rekenvoorwaarde past het kind toe?
A
seriatie
B
correspondentie
C
conservatie
D
classificatie
Slide 27 - Quiz
Kind doet de scheppen op volgorde, van klein naar groot. Welke traditionele rekenvoorwaarde past het kind toe?
A
seriatie
B
correspondentie
C
conservatie
D
classificatie
Slide 28 - Quiz
Peter kijkt naar de gieters en de vormpjes en ziet dat de groene vorm "geen gieter heeft". "Er zijn meer vormpjes", zegt hij. Welke traditionele rekenvoorwaarde past Peter toe?