Hoofdstuk 5 paragraaf 2

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waardoor steeg de zeespiegel aan het einde van de ijstijd?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Waarom heeft Rijkswaterstaat besloten om de sluizen op een kier te laten?
A
Om zout water binnen te laten
B
Om het waterpeil te verhogen
C
Om de sluizen te onderhouden
D
Zodat trekvissen langs kunnen gaan

Slide 15 - Quiz

Wat is de status van de Haringvlietdam en het sluizencomplex?
A
Nationale park
B
Rijksmonument
C
Werelderfgoed
D
Beschermd natuurgebied

Slide 16 - Quiz

Welk watermilieu wordt behouden door de Oosterscheldekering?
A
Zoutwatermilieu in de Waddenzee
B
Zoetwatermilieu in de IJssel
C
Zeewatermilieu in de Oosterschelde
D
Brakwatermilieu in de Haringvlietdam

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel van de Deltawerken?
A
Het creëren van een zoetwatermeer
B
Het zuidwesten voor altijd veilig maken
C
Het verlengen van de kustlijn
D
Het bevorderen van hongersnood

Slide 18 - Quiz

In welk jaar vond de Zuiderzeevloed plaats?
A
1970
B
1953
C
1932
D
1916

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Waarmee maalt een poldermolen water uit de polder?
A
Met kracht van mensen
B
Met behulp van dieren
C
Met de wieken
D
Met een vijzel

Slide 23 - Quiz

Wat voor soort polder is dit?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij

Slide 24 - Quiz

Wat is een polder?
A
Een laag, nat gebied met dijken eromheen
B
Een vierkant gebied met water erdoorheen
C
Een stuk gras waar koeien grazen

Slide 25 - Quiz

Een droogmakerij is altijd een polder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Een polder was vroeger .........
A
een meer
B
een zee
C
een meer of een zee

Slide 27 - Quiz

Na de watersnoodramp in 1953 werd begonnen met de aanleg van de ...
A
Deltawerken
B
IJsselmeerwerken
C
Polderwerken
D
Zuiderzeewerken

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we deze zee afsluiting in Zeeland?
A
Zuiderzeewerken
B
Deltawerken
C
Afsluitdijk
D
Kinderdijken

Slide 29 - Quiz

Wat hoort bij de Zuiderzeewerken?
A
Zeeland en Flevoland
B
Afsluitdijk, Flevoland
C
Afsluitdijk, nevengeul
D
Flevoland, nevengeul

Slide 30 - Quiz

Op dit plaatje zie je...
A
De deltawerken
B
De Zuiderzeewerken
C
Uiterwaarden
D
Een terp

Slide 31 - Quiz

Zuiderzeewerken zijn aangelegd om....?
A
Gemakkelijk van Friesland naar Noord Holland te kunnen reizen
B
Voor de sier en te laten zien hoe goed wij met water zijn
C
Omdat men van het IJsselmeer een zoetwater gebied wilde maken
D
Om watersnoodrampen te voorkomen

Slide 32 - Quiz

Wat wordt er met het Deltaplan uitgevoerd?
A
Het bouwen van dijken.
B
Het verhogen van duinen en het bouwen van dammen.
C
Het dieper maken van de rivieren.
D
Er is nog niks uitgevoerd. Dit moet nog gebeuren.

Slide 33 - Quiz

Worden bij het deltaplan de dijken verhoogd of dammen in de zeegaten geplaatst?
A
dijken verhoogd
B
dammen in de zeearmen geplaatst
C
geen van beide
D
beide

Slide 34 - Quiz

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Ontpoldering
B
Aanleg nevengeul
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 35 - Quiz

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor waterveiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 36 - Quiz

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Winterdijkverlegging
B
Uiterwaardverlegging
C
Obstakelverwijdering
D
Kribverlaging

Slide 37 - Quiz

Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Link