This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Stef verbindt een batterij en een lampje met één snoer. Kies de juiste optie
A
Het lampje brandt, want het snoer vervoert de elektrische stroom naar het lampje.
B
Het lampje brandt, want de batterij is aangesloten.
C
Het lampje brandt niet, want de stroomkring is niet gesloten.
D
Het lampje brandt niet, want de schakelaar ontbreekt.
Slide 1 - Quiz
De elektrische stroom loopt van ( ) door ( ) naar ( ) en vervolgens door het tweede snoer terug naar de batterij.
de batterij
een snoer
het lampje
Slide 2 - Drag question
Aan een lamp zit één elektriciteitssnoer dat verbonden is met een volle batterij. Wat moet je doen om de lamp te laten branden?
A
Er moet een extra elektriciteitssnoer worden verbonden tussen de lamp en de batterij.
B
Er moet een extra batterij worden gekoppeld aan de lamp.
C
Het elektriciteitssnoer moet van de lamp gehaald worden. De lamp moet direct vastzitten aan de batterij.
Slide 3 - Quiz
Voor een gesloten stroomkring heeft Tess ( ... ) snoeren nodig. De snoeren vervoeren elektrische stroom die geleverd wordt door de ( ... ) naar de ( ... ).
vier
batterij
lamp
twee
Schakelaar
Slide 4 - Drag question
Drie onderdelen voor een werkende gesloten stroomkring.
Slide 5 - Mind map
Een vaste stof is altijd een geleider.
Waar
Niet waar
Slide 6 - Poll
Sommige metalen zijn betere geleiders dan andere.
Waar
Niet waar
Slide 7 - Poll
Een schakelaar kan de geleidende verbinding in een stroomkring verbreken.
Waar
Niet waar
Slide 8 - Poll
Stroom loopt even gemakkelijk door alle metalen heen.