Week 3

English
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:

  • Lesson 1:  SO Vocabulary + Them 4J 
  • Lesson 2: Theme 4J + Oefentoets
  • Lesson 3: Oefentoets bespreken + Slim Stampen

Toets Grammatica: 24 januari 2022

Slide 2 - Slide

Aims
- Je kunt de present perfect en past simple gebruiken.
- Je kunt both, each, all, every, none correct gebruiken
- Je weet wat de correcte woordvolgorde in het Engels is.
- Je kunt de present simple en present continuous correct gebruiken.
- Je kunt bezittelijke voornaamwoorden correct gebruiken.

Slide 3 - Slide

Lesson 1: After School

Slide 4 - Slide

Bloktoets 2
Theme 3:
-present perfect/past simple p. 35
-both, each, all, every, none p. 39

Theme 4:
-woordvolgorde p. 67
- present simple/present continuous p. 71
- bezittelijke voornaamwoorden p. 71




Slide 5 - Slide

Present Simple of Present Continuous
Present Simple: feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen. 
- The shop opens at 9 o'clock.
- They always wear sneakers.
- I often eat ice cream.

Present Continuous: dingen die nu aan de gang zijn.  (am/ is/are + werkwoord+ing)
- I am speaking at the moment.
- You are listening right now.
- He is playing football.

Slide 6 - Slide

Check
1. I speak / am speaking right now, please listen.
2. We always walk / are always walking to school.
3. My little brother sleeps / is sleeping, please be quiet.
4. I often watch / am watching TV at night.

Slide 7 - Slide

4J: Grammar
Wat:
Exercise 27: omcirkel de juiste werkwoordsvormen (present simple/present continuous)
Exercise 28: maak het gesprek af door de juiste werkwoordsvormen (present simple/present continuous) in te vullen.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Klaar: Leer voor de toets 
Theme 3: 
-present perfect/past simple p. 35
-both, each, all, every, none p. 39 
Theme 4:
-woordvolgorde p. 67
- present simple/present continuous p. 71

Uitkomst: We gaan de opdrachten morgen nakijken.
              


Slide 8 - Slide

Homework
Leer de grammatica van Theme 3 + Theme 4 (Textbook)

Theme 3:
-present perfect/past simple p. 35
-both, each, all, every, none p. 39


Theme 4:
-woordvolgorde p. 67
- present simple/present continuous p. 71
- bezittelijke voornaamwoorden p. 71

Slide 9 - Slide

Lesson 2: After School

Slide 10 - Slide

Previous Lesson
SO Vocabulary Theme 4
4J: present simple + present continuous

Today: 4J: bezittelijke voornaamwoorden
               Oefentoets
               

Slide 11 - Slide

Answers exercise 27

1 works
2 does
3 are playing
4 eat
5 is baking
6 wears
7 is taking
8 drink
9 send
10 is sleeping


Answers exercise 28

1 clean
2 am tidying it up
3 go
4 have
5 eat
6 plays
7 meet

Slide 12 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
aangeven van wie iets is => toont bezit aan

This is my friend.   => Dit is mijn vriend.
This is a friend of mine. => Dit is een vriend van mij.

That is their house. => Dat is hun huis.
That house is theirs. => Dat huis is van hen.

The dog is licking its fur. = > De hond likt zijn/haar vacht.
its= bezit   / it's = it is

Slide 13 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
I
my book
The book is mine.
You
your book
The book is yours.
He
his book
The book is his.
She
her book
The book is hers.
It
its book
-
We
our book
The book is ours.
They
their book
The book is theirs.

Slide 14 - Slide

4J: Grammar
Wat:
Exercise 29: vul de juiste bezittelijke voornaamwoorden in.
Exercise 30: vul de juiste bezittelijke voornaamwoorden in.

Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Uitkomst: We gaan de opdrachten over 10 minuten nakijken.
              


timer
10:00

Slide 15 - Slide

Answers exercise 29

1 my
2 our
3 your
4 her
5 Their
6 hers
7 mine


Answers exercise 30

1 mine
2 his
3 His / Its
4 my
5 theirs
6 ours

Slide 16 - Slide

Oefentoets
Exercise 1: Maak de zinnen af door: both – each - all – every - none in te vullen. Je moet de woorden meerdere keren gebruiken.
Exercise 2: Zet de zinnen in de Present Perfect (have/ has + voltooid deelwoord). Gebruik de woorden die tussen haakjes staan.
Exercise 3: Kies de juiste tijd (Present Perfect of Past Simple) in de zinnen. Let goed op signaalwoorden! 
Exercise 4:  Zet de woorden in de juiste volgorde. Begin met de dikgedrukte woorden.
Exercise 5:  Kies de juiste tijd (Present Simple / Present Continuous) in de zinnen.
Exercise 6:  Kies de juiste bezittelijke voornaamwoorden.
Exercise 7: Vul de juiste bezittelijke voornaamwoorden in.

Slide 17 - Slide

Homework
Leer de grammatica van Theme 3 + Theme 4 (Textbook)

Theme 3:
-present perfect/past simple p. 35
-both, each, all, every, none p. 39


Theme 4:
-woordvolgorde p. 67
- present simple/present continuous p. 71
- bezittelijke voornaamwoorden p. 71

Slide 18 - Slide

Lesson 3:

Slide 19 - Slide

Previous Lesson
4J + Oefentoets

Today: Oefentoets bespreken
               Slim Stampen: grammatica
                   

Slide 20 - Slide

Oefentoets
Exercise 1: Maak de zinnen af door: both – each - all – every - none in te vullen. Je moet de woorden meerdere keren gebruiken.
Exercise 2: Zet de zinnen in de Present Perfect (have/ has + voltooid deelwoord). Gebruik de woorden die tussen haakjes staan.
Exercise 3: Kies de juiste tijd (Present Perfect of Past Simple) in de zinnen. Let goed op signaalwoorden! 
Exercise 4:  Zet de woorden in de juiste volgorde. Begin met de dikgedrukte woorden.
Exercise 5:  Kies de juiste tijd (Present Simple / Present Continuous) in de zinnen.
Exercise 6:  Kies de juiste bezittelijke voornaamwoorden.
Exercise 7: Vul de juiste bezittelijke voornaamwoorden in.

Slide 21 - Slide

Slim Stampen
Theme 3: E Grammar-  F Watching > Extra oefenen Grammar 6 (present perfect/past simple)
                     J Grammar - K Watching> Extra oefenen Grammar 7 (both-each-every-all-none)


Theme 4: E Grammar- F Watching > Extra oefenen Grammar 8 (word order)
                     J Grammar - K Watching > Extra oefenen Grammar 9 (present simple/continuous)
                                                                             Extra oefenen Grammar 10 (bezittelijke voornaamwoorden)

Slide 22 - Slide

Homework
Leer de grammatica van Theme 3 + Theme 4 (Textbook)

Theme 3:
-present perfect/past simple p. 35
-both, each, all, every, none p. 39


Theme 4:
-woordvolgorde p. 67
- present simple/present continuous p. 71
- bezittelijke voornaamwoorden p. 71

Slide 23 - Slide