TV1_Fictie herhaling

Fictie - herhaling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fictie - herhaling

Slide 1 - Slide

Fictie
Non-fictie
Een verhaal dat niet op de werkelijkheid is gebaseerd. Het wordt geschreven vanuit de fantasie van de schrijver.
Teksten die informatie over willen dragen. In dit soort teksten verwacht de lezer dat de schrijver zich aan de feiten houdt en de waarheid schrijft.

Slide 2 - Drag question

'54 minuten' is non-fictie, want het gaat over een schietpartij op een school. Dat gebeurt vaak in Amerika.
A
Deze uitspraak is juist
B
Deze uitspraak is onjuist

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Hoe kan een fictief verhaal realistisch zijn?

Slide 5 - Slide

Verteltijd
Vertelde tijd
De totale hoeveelheid tijd die alle beschreven gebeurtenissen in beslag nemen (een week, een jaar, een heel leven).
De tijd die het in beslag zou nemen om het hele verhaal hardop te vertellen (aantal woorden of bladzijden).

Slide 6 - Drag question

De verteltijd van het boek is in het nu.
A
Deze uitspraak is juist.
B
Deze uitspraak is onjuist.

Slide 7 - Quiz

Wat houdt het begrip 'chronologie' in?

Slide 8 - Open question

Ik vond het boek leuk, omdat het verhaal heel leuk was.
A
Dit is een goede beoordeling
B
Dit is geen goede beoordeling

Slide 9 - Quiz

Hoe ziet een juiste beoordeling eruit?
A
Beoordelingswoord
B
Beoordelingswoord + voorbeeld
C
Beoordelingswoord + argument + voorbeeld
D
Beoordelingswoord + argument

Slide 10 - Quiz

Wat weet jij over
Facebook?

Slide 11 - Mind map