Taalcompleet A1 les 4 en 5

Taalcompleet A1 les 4/5
Donderdag, 21 november 2024
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Taalcompleet A1 les 4/5
Donderdag, 21 november 2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

4: Les van vandaag:
- Dictee tweetekenklanken
- les 1.8: Hoe gaat het? Oefening 58
- les 1.10: Familie: vertel over je eigen familie
1.11: 79/80 samen oefenen
1.12: ik ben/jij bent 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

5: Les van vandaag:

  • oefenen hebben/zijn
  • 1.13: Waar kom je vandaan?
  • 1.14: wie/wat/waar?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

ZIJN

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ik _________ 24 jaar.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader _________ in huis.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Mijn moeder en vader ________ getrouwd.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Zij ________ broer en zus.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

_________ u mijn nieuwe docent?
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Saida en Maud _________ in de klas.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Mateo _________ niet getrouwd.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

HEBBEN

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wij ________ geen geld.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik _________ 5 kinderen.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

U _________ 8 kleinkinderen.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

__________ jullie kinderen?
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Samira __________ haar mobiel gepakt.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Karen en Paul _________ 1 kind.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik _________ Nederlandse les.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met het
werkwoord
hebben

Slide 20 - Mind map

De leerlingen associëren. 
Maak een zin met het
werkwoord
zijn

Slide 21 - Mind map

De leerlingen associëren. 
Herhaling
Woordenschat
werkwoorden
vraagwoorden
spelling

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=97625341&cmid=14989

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wie
Wie ben jij?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat
Wat is dit?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Waar
Waar is de supermarkt?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Maak een vraagzin met
wie, waar of wat.

Slide 27 - Mind map

De leerlingen associëren. 
eindigen
De les eindigt om 9.50 uur.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

verschillend
Ik zie
verschillende
kleuren.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

het gezin
Dit is een groot gezin

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met
'het gezin'.

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

de baby
De baby lacht.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

de neef/ de nicht
Mijn neef 
is 12 jaar.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

de oom/ de tante
De broer van 
mijn vader
 is mijn oom.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met
'de tante'.

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

de broer/ de zus
Deze  kinderen zijn broer en zus.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet je broer?
Hoe heet je zus?

Slide 37 - Mind map

This item has no instructions

de opa/ de oma
Mijn opa en oma 
zijn 50 jaar getrouwd.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

de klank
'a' is een korte klank
'aa' is een lange klank

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Schrijf een woord
met een korte klank.

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf een woord
met een lange klank.

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het werkwoord
'eindigen'

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
'het gezin'

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
'verschillend'

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions