This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
B-geel, woensdag 18 mei
Slide 1 - Slide
Vandaag
- Huiswerkcontrole
- Nee/niet
-Disk: vrije tijd
- Woordenspel
Slide 2 - Slide
Controle huiswerk!
Check Magister.
Slide 3 - Slide
De ontkenning
Slide 4 - Slide
Welke twee woorden kun je gebruiken om een zin negatief te maken?
Slide 5 - Open question
De ontkenning
* Negatief
* Niet/geen
Wiaam drinkt geen water.
Mijn broer werkt niet.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Vul de juiste ontkenning in:
Ik ben ... kabouter.
A
geen
B
niet
Slide 17 - Quiz
Vul de juiste ontkenning in:
Ik lust ... pannenkoeken.
A
niet
B
geen
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste ontkenning in:
Ik hou ... van pannenkoeken.
A
niet
B
geen
Slide 19 - Quiz
Vul de juiste ontkenning in:
Ik heb mijn huiswerk ... gemaakt.
A
geen
B
niet
Slide 20 - Quiz
Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.
Ga je op vakantie?
Slide 21 - Open question
Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.
Heb je een huisdier?
Slide 22 - Open question
Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.
Vind je hardlopen leuk?
Slide 23 - Open question
Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.
Heb je dansles?
Slide 24 - Open question
Schrijf de regel in je eigen woorden op: wanneer gebruik je 'niet' en wanneer 'geen'?
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
https:
Slide 30 - Link
Disk
Slide 31 - Slide
Waar denk jij aan bij 'vrije tijd'
Slide 32 - Mind map
Wat is een vrije tijd?
Vrije tijd is de tijd die je hebt buiten je school of werk of andere verplichtingen
Mensen zijn in hun vrije tijd vaak bezig met ontspannen, hobby's, of leuke uitstapjes.
Slide 33 - Slide
Disk Taak
In je vrije tijd doe je verschillende dingen.
Geef antwoord op de vragen
Wat doe je als het mooi weer is? Als het mooi weer is,
dan ga ik naar buiten
Let op: dan ga ik>>> eerst het werkwoord!!!!
Slide 34 - Slide
Wat doe je als het regent? Als het regent,
Slide 35 - Open question
Wat doe je in het weekend? Als het weekend is,
Slide 36 - Open question
Wat doe je als je klaar bent met school? Als ik klaar ben met school,
Slide 37 - Open question
Wat doe je als je ziek bent? Als ik ziek ben,
Slide 38 - Open question
Wat doe je als het regent?
Slide 39 - Open question
Wat doe je in het weekend?
Slide 40 - Open question
Wat doe je als je klaar bent met school?
Slide 41 - Open question
Wat doe je als je ziek bent?
Slide 42 - Open question
Tik-tak, tik-tak
Zit in een kring. Je pakt omstebeurt een kaartje. Je beschrijft z.s.m. het woord dat op het kaartje staat. De andere leerlingen moeten het woord raden.
Let op de bom gaat af in 4 minuten!
Slide 43 - Slide
Wie is het?
Omschrijf de persoon voor een andere leerling. De andere leerling moet raden welk persoon de ander bedoelt.