Woorden in het hotel

Noem 2 Duitse woorden die met inchecken te maken hebben!
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
DuitsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Noem 2 Duitse woorden die met inchecken te maken hebben!

Slide 1 - Mind map

Hoe zeg je in het Duits:
Ik wens u een goede terugreis.
A
Ich wünsche eine gute Hinfahrt
B
Ich wünsche eine schöne Zurückreise
C
Ich wünsche eine gute Heimfahrt
D
Ich wünsche eine gute Reise

Slide 2 - Quiz

die Unterschrift 
der Gepäckträger 
Das Gepäck
die Rezeption

Slide 3 - Drag question

Hoe zeg je in het Duits:
Is alles naar wens geweest?

Slide 4 - Open question

Vertaal:
Bis wie spät ist das Zimmer verfügbar?

Slide 5 - Open question

Kamerservice
A
Roomservice
B
Service de chambre
C
Zimmerservice
D
Servicio de habitacion

Slide 6 - Quiz

Die Tiefgarage
die Postleitzahl
das Doppelbett
die Flasche Champagner

Slide 7 - Drag question

Noem 2 Duitse woorden die met
afrekenen te maken hebben!

Slide 8 - Mind map

Vertaal:
Ich hoffe, Sie noch einmal im Hotel begrüssen zu dürfen.

Slide 9 - Open question

Is alles naar wens geweest? 
Kunt u hier ondertekenen?
Ik wens u een fijne dag.
De rekening klopt niet!
Ich wünsche Sie einen schönen Tag!
Die Rechnung stimmt nicht!
Is alles nach Wünsch gewesen?
Können Sie hier unterschreiben?

Slide 10 - Drag question

Noem 2 Duitse woorden die met
uitchecken te maken hebben.

Slide 11 - Mind map

Wat is het meervoud van der Koffer?

Slide 12 - Open question

gratis Wifi is dat:
A
kostenloses WLAN
B
gratis Internetz
C
freier Webtoegang
D
vrij Internetanschluss

Slide 13 - Quiz

Noem in het Duits 3 functies / beroepen
die in het hotel werken.

Slide 14 - Mind map

das Bügelbrett
Der Fitnessraum
Das Anmeldeformular
Das Taxi

Slide 15 - Drag question