Wat wil je kopen? (deel 2)

Wat wil je kopen? (deel 2)
Meneer mr. BJ.M. Horsch
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat wil je kopen? (deel 2)
Meneer mr. BJ.M. Horsch

Slide 1 - Slide

Harry wilt al heel lang een boot besturen. Dat gaat hij nu ook doen. Dit is een...
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 2 - Quiz

Harry maakt van een paar planken die nog in zijn tuin lagen een vogelhuisje. Hier is sprake van....
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
Na afloop van deze les kun je ...
  1. ... voorbeelden van middelen opnoemen
  2. ... uitleggen wat schaarste is
  3. ... uitleggen wat welvaart is

Slide 4 - Slide

Middelen
Met middelen kun je in je behoeften voorzien.
Voorbeelden van middelen: 
  1. Geld
  2. Tijd
  3. Bezittingen

Slide 5 - Slide

Noem twee middelen

Slide 6 - Open question

Schaarste
Je hebt:
  1. oneindig veel behoeften
  2. beperkte middelen

  • de mensen moeten dus keuzes maken
  • HIER GAAT ECONOMIE OVER!

Slide 7 - Slide

Welvaart
  • Wat is welvaart?
  • = hoe goed iemand met zijn middelen in zijn behoeften kan voorzien 

Slide 8 - Slide

Welvaart
Niels' budget € 100.000.
Kan wel alles kopen
Fenna's budget € 100.000
Kan niet alles kopen

Slide 9 - Slide

Vragen
Is er sprake van schaarste?
  1. Je kunt doordat je moet gaan sporten, niet met je vriendinnen afspreken.
  2. Je kunt doordat je een broodje koopt, geen pizza meer kopen.

Slide 10 - Slide

Oefenen
Samen opgave 13 en 14 pagina 43
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Wat wil je kopen? (deel 2)
Meneer mr. BJM Horsch

Slide 12 - Slide

Begrippenstructuur
Maken begrippenstructuur paragraaf 2.1
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Wat hebben we geleerd

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Na afloop van deze les kun je ...
  1. ... voorbeelden van middelen opnoemen
  2. ... uitleggen wat schaarste is
  3. ... uitleggen wat welvaart is

Slide 15 - Slide

Voor de volgende keer
Leren paragraaf 2.1!

Slide 16 - Slide