Er is een zinsdeel dat lijkt op een bijwoordelijke bepaling, maar dat we toch een andere naam geven: het voorzetselvoorwerp (vv).
Bij sommige werkwoorden gebruik je een vast voorzetsel: het is bijvoorbeeld twijfelen aan en niet twijfelen op; het is wachten op en niet wachten over. Het zinsdeel dat begint met het vaste voorzetsel noemen we het voorzetselvoorwerp.