Introductie week 4

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Wat weet jij over laaggeletterdheid?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is laaggeletterdheid?
Hoe/waar kom je het tegen in je werk?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Termen
Analfabeet: niet kunnen lezen/schrijven
Laaggeletterdheid: Moeite met lezen/schrijven

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mensen in Nederland zijn laaggeletterd?
A
700 duizend
B
850 duizend
C
1,3 miljoen
D
2,5 miljoen

Slide 5 - Quiz

2,5 miljoen mensen in Nederland hebben grote moeite met het lezen, schrijven en/of rekenen.
Zij hebben moeite met:
het invullen van formulieren,
het begrijpen van officiële brieven,
het reizen met het openbaar vervoer,
het begrijpen van een medicijnbijsluiter,
het begrijpen van veiligheidsinstructies op het werk.
Hoeveel procent van de laaggeletterden is in Nederland geboren en getogen?
A
65%
B
45%
C
25%
D
10%

Slide 6 - Quiz

65% is het correcte antwoord.
Tweederde van alle laaggeletterden is moedertaalspreker en in Nederland geboren en getogen, een derde van alle laaggeletterden is anderstalig en in een ander land geboren.
Veel Nederlandstalige laaggeletterden zijn goed in staat te verbergen dat ze niet goed kunnen lezen en schrijven. Ze hebben hun bril niet bij zich als ze formulieren moeten invullen, zeggen dat ze een onleesbaar handschrift hebben of dat ze formulieren en brieven mee naar huis willen nemen om ze even rustig door te lezen.
Vaak zorgen hun partners of kinderen ervoor dat ze de administratie regelen en weten buren en andere familieleden niet eens dat iemand laaggeletterd is. Nederlandstalige laaggeletterden spreken vloeiend en vlot Nederlands en schamen zich vaak enorm om toe te geven dat ze problemen hebben met het lezen en schrijven van hun moedertaal.
Laaggeletterdheid onder moedertaalsprekers...
A
Neemt af
B
Blijft gelijk
C
Neemt toe

Slide 7 - Quiz

In 2018 is het aantal laaggeletterde moedertaalsprekers 5x zo veel als in 1978. In 1978 waren er tussen de 140.000 – 500.000 laaggeletterde moedertaalsprekers.
In 2016 stond dit cijfer op 1,7 miljoen.

Hoeveel procent van alle 15-jarigen in Nederland komt laaggeletterd van school?
A
5%
B
7,5%
C
15,3%
D
24%

Slide 8 - Quiz

24,0% is het correcte antwoord.
Daarbij neemt laaggeletterdheid onder jongeren alleen maar toe. Onderzoeken wijzen uit dat de leesvaardigheid onder 15-jarigen zodanig is verslechterd, dat inmiddels een kwart van alle 15-jarigen nagenoeg laaggeletterd school verlaat. Vanaf 2003 is er een duidelijke toename in laaggeletterdheid onder jongeren te zien: in 2003 was dit nog 11,5%, in 2015 was dit 17,9% en in 2018 is dit inmiddels 24,0%.
Er zijn verschillende oorzaken voor deze toename. Een grote rol speelt de kwaliteit van het onderwijs en de docent. Maar even groot is de rol van de houding van de ouders ten opzichte van het lezen, en of kinderen opgroeien in een zogenoemde taalarme of taalrijke omgeving. Een taalrijke omgeving is een omgeving waarin de kinderen worden voorgelezen, waarin boeken zijn en waarin kinderen een zogenoemde positieve leesattitude en motivatie ontwikkelen. Met andere woorden: leren kinderen thuis of op school dat lezen leuk is? Steeds vaker is het antwoord hierop een ‘nee’.

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ga op onderzoek uit!
Je krijgt een zorgvrager in zorg die laaggeletterd is. Waarmee zou jij, als zorgverlener, rekening houden?


zie ook https://www.lezenenschrijven.nl/ 
timer
20:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Op welke wijze zou je rekening houden met een laaggeletterde zorgvrager? Welke 5 redenen heb je genoteerd?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Communicatie
  • Gebruik eenvoudige taal (vermijd kinderlijke taal)
  • Korte zinnen
  • Vermijd beeldspraak (bijv. ik wil graag een vinger in de pap hebben).
  • Kies dezelfde woorden die de zorgvrager gebruikt voor zijn klachten/medicijnen.
  • Gebruik beeldmateriaal ter ondersteuning
  • Beperk de informatie tot 3 kernpunten en prioriteer deze.
  • Spreek duidelijk en niet te snel.
  • Moedig zorgvragers aan om vragen te stellen (niet: heeft u nog vragen/ wel: welke vragen heeft u nog)
  • Geef concrete adviezen, sluit aan bij de zorgvrager.
  • Check of de boodschap is overgekomen (terugvraag methode)

Slide 13 - Slide

Bron: https://www.knmp.nl/sites/default/files/2022-01/Checklist-Communicatie-op-maat-gesprekken-voeren-.pdf

https://www.knmp.nl/sites/default/files/2022-01/Checklist-HERKENNEN-laaggeletterdheid-1.pdf

Slide 14 - Slide

This item has no instructions