Les 9 Jongeren en politiek

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waarom zijn jongeren wel/niet politiek geëngageerd?
p. 96

Slide 2 - Slide

1 Hou een stemming in de klas en duid aan hoeveel procent ‘ja’ antwoordt op de volgende vragen.

Slide 3 - Slide

a Wie heeft al producten bewust wel of niet gekocht (bv. fairtrade, kledij gemaakt door kinderen)?
Ja
Neen

Slide 4 - Poll

b Wie zat ooit in de leerlingenraad?
Ja
Neen

Slide 5 - Poll

c Wie mailde ooit al naar een leerkracht / de directie om aan te tonen dat hij/zij het oneens was met een
regel in de klas / op school?
Ja
Neen

Slide 6 - Poll

d Wie heeft al eens een petitie ondertekend?
Ja
Neen

Slide 7 - Poll

e Wie ging al eens stemmen?
Ja
Neen

Slide 8 - Poll

f Wie heeft al eens een politicus gecontacteerd?
Ja
Neen

Slide 9 - Poll

g Wie deelde al eens iets over een politieke partij op sociale media?
Ja
Neen

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Video

Intro
a Wie is er aan het woord?
b Is die bron betrouwbaar? Verklaar.

Slide 12 - Slide

3 Bekijk het volledige fragment van de Universiteit van Vlaanderen en beantwoord de vragen.
a) Vul het schema aan over de politieke wetenschappen en hoe zij politiek engagement onderzoeken.
b) Geef de twee redenen voor het feit dat Vlaamse jongeren zo laag scoren als het gaat om politiek
engagement.
c) Wat zijn ‘politieke socialisatie-agenten’?
d) Welke reden geven de collega’s in Latijns-Amerika voor hun goede scores?

Slide 13 - Slide

Dr. Ellen Claes spreekt over ‘politieke socialisatie-agenten’. Bespreek in duo’s wat die ‘agenten’ zouden kunnen doen om jongeren politiek te engageren. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

7* Lees hieronder voorbeelden van hoe politici jouw leefwereld kunnen beïnvloeden. Bespreek per twee nog enkele voorbeelden van politieke beslissingen die invloed hebben op jouw leefwereld.

Slide 17 - Slide

Je overbuurjongen heeft een ernstige handicap. Er is voorlopig geen plaats voor hem in een voorziening.

Slide 18 - Slide

Het fietspad in jouw straat is opnieuw aangelegd, met bomen tussen de weg en het pad. Het is nu veel veiliger om naar school te fietsen. 

Slide 19 - Slide

Als jij te veel uren werkt op je vakantiejob, verliezen je ouders het recht op kindergeld en moet je belastingen betalen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

timer
5:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

pg. 353

Slide 25 - Slide

pg. 353

Slide 26 - Slide

4. Zet de kenmerken bij de juiste tekstsoort. 
pg. 105

Slide 27 - Slide

ik- of je-vorm
A
beïnvloedende tekst
B
informatieve tekst

Slide 28 - Quiz

enkel woorden die nodig zijn
A
beïnvloedende tekst
B
informatieve tekst

Slide 29 - Quiz

spreken uit eigen ervaring
A
beïnvloedende tekst
B
informatieve tekst

Slide 30 - Quiz

versterkende woorden
A
beïnvloedende tekst
B
informatieve tekst

Slide 31 - Quiz

citeren van experten of betrokkenen
A
beïnvloedende tekst
B
informatieve tekst

Slide 32 - Quiz

pg. 105

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

“De dictatoriale maatregelen van de regering”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 35 - Quiz

“De regering heeft een belastingverhoging doorgevoerd van 2% op inkomens boven de €50.000.”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 36 - Quiz

“De verkiezingen vinden plaats op 15 november 2024.”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 37 - Quiz

“Patriottische keuzes voor een sterker land”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 38 - Quiz

“De corrupte elite die ons land leidt”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 39 - Quiz

“De overheid verkwist belastinggeld”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 40 - Quiz

“Het minimumloon is verhoogd van €10,50 naar €11,00 per uur.”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 41 - Quiz

“De premier kondigde aan dat er extra investeringen komen in infrastructuur.”
A
denotatie
B
connotatie

Slide 42 - Quiz

7. Markeer de feitelijke en beïnvloedende informatie in een andere kleur. 

Slide 43 - Slide