Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Bijwoordelijke bepaling

Vandaag leer je...

-Wat een bijwoordelijke bepaling is.

-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden.

Bijwoordelijke bepaling

• De belangrijkste zinsdelen zijn persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp. 
• Wanneer je deze zinsdelen hebt ontleed, blijven er vaak nog één of meer zinsdelen over. 
• De meeste daarvan noemen we bijwoordelijke bepaling (bwb). 

Welke vragen stel je om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?

• waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
• wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
• hoe = bijwoordelijke bepaling van reden
  

Vorig jaar begon Sacha te hockeyen.

Op welke vraag geeft 'vorig jaar' antwoord?

1. Waar
2. Wanneer

Bijwoordelijke bepaling

• Een bijwoordelijke bepaling geeft meestal een plaats of een tijd aan. Maar het kan ook antwoord geven op de vraag hoe, met wie of waarmee.

Brood moet je met een scherp mes snijden.

Op welke vraag geeft 'met een scherp mes' antwoord?

1. Waarmee
2. Waar

Bijwoordelijke bepaling

• Jeanette fietste naar het sportveld.

Bijwoordelijke bepaling

• Jeanette fietste naar het sportveld. (plaats)

Bijwoordelijke bepaling

• Frederique loopt naar de bakker.

Bijwoordelijke bepaling

• Frederique loopt naar de bakker. (plaats)

Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?

1. ja
2. nee

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.

1. we
2. hebben behandeld
3. de bijwoordelijke bepaling
4. gisteren

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.

1. Vandaag
2. we
3. de bijwoordelijke bepaling
4. hebben behandeld

Je vindt bijwoordelijke bepalingen door vraagwoorden te gebruiken, zoals:

1. de, het, een
2. waar, wanneer, hoe, waarom, waarmee
3. ik, jij, zij, hem
4. wie, wat

30 seconds

• Omschrijf zo goed mogelijk de zinsdelen die op het kaartje geschreven staan
• Je mag niet het zinsdeel vertalen of uitbeelden
• Ook mag je de woorden op het kaartje niet
  hardop zeggen

Het tweede beeldscherm

is

aangekomen.

eindelijk

bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling(en)

Ik

nooit

heb

gewonnen.

met de andere quizzen

Bijwoordelijke bepaling(en)

Ik

mijn huiswerk

heb

af.

bijna altijd

bijwoordelijke bepaling

Mijn iPad

heb

ik

het tweede uur

aan Joey

uitgeleend.

De docent wiskunde

heeft

Amber

uitleg

gegeven.

na het laatste lesuur

bijwoordelijke bepaling

Je

moet

Diana

beloven.

niets

bijwoordelijke bepaling

Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.

Vanmorgen

ging

de buurman

over straat

Wie ben ik

• Verzin nu zelf een bijwoordelijke bepaling voor je buur
•  Om de beurt stel je aan je buur een ja/nee-vraag
• Raad zo snel mogelijk wat er op jouw kaartje staat

Bijwoordelijke bepaling editie

'Jeanette fietste naar het sportveld.'
Wat is de bijwoordelijke bepaling?

'Frederique loopt naar de bakker.'
Wat is de bijwoordelijke bepaling?