2AH - herh bron D - c.1 ed 6.1 - 26/9

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Jeudi 26 septembre
1.  But                                    (leerdoel)
2.  Corriger                           (nakijken)
3. Travail individuel         (zelfstandig werken)
4. Evaluation                       (leerdoel check)
But:  Ik weet wat de passé composé is en hoe ik deze in het Frans moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Corriger
(nakijken)

Je gaat je gemaakte werk nakijken met behulp van de volgende dia's. Begrijp je iets niet? Stel een vraag!
Let op: 
Geel = havo
blauw = vwo

Slide 3 - Slide

Exercice 16a
1 Ik eet een banaan.
2 Ik heb een banaan gegeten.

Exercice 16e
2 a travaillé
3 avons mangé
4 ai visité
5 ont aimé
6 a passé

Exercice 17a
ai été – ai eu – ai fait – avons eu – a été
Exercice 17c
2 ont eu
3 a eu
4 ai fait
5 avons fait
6 avez été

Exercice 17d
J’ai été en vacances en Italie. Nous avons été à l’hôtel. J’ai vraiment adoré l’hôtel! Il a fait beau. Mon frère et moi, nous avons fait du surf. Et j’ai mangé une pizza!





Slide 4 - Slide

Exercice 16a
Réponse type:
1 Deze tijd maak je met een vorm van het werkwoord avoir en een voltooid deelwoord.
 Het voltooid deelwoord is: stam (heel werkwoord zonder –er) + é.
2 J’ai parlé.

Exercice 16c
2 avons
3 ai
4 ont
5 a
6 as

Exercice 16d
2 ai passé
3 ai rencontré
4 a habité
5 a joué
6 avons invité

Exercice 16e
J’ai passé l’après-midi dans un parc.
J’ai joué avec mes amis.
J’ai mangé dans le parc.
Une amie a téléphoné à son petit copain.
Deux filles ont écouté de la musique.


Slide 5 - Slide

Exercice 17a
1
A Salut! Je suis en France. Je fais du camping. On a du beau temps. B Salut! J'ai été en France. J'ai fait du camping. On a eu du beau temps.
2 A: présent
B: passé composé
3 été, fait, eu
4 We hebben mooi weer gehad.
5 De werkwoorden staan in het Frans bij elkaar.




Exercice 17c
2 a fait
3 a eu
4 ai été
5 ont été
6 avons fait

Slide 6 - Slide

Exercice

Maak 2 zinnen over wat je gister hebt gedaan. Zet de zinnen in de passé composé

Gebruik minstens 2 van de onderstaande werkwoorden:
avoir/ être/ faire/ regarder/ manger


 

Slide 7 - Slide

Exercice
Ga naar www.verbuga.eu (link in de volgende dia)

Zet de onderstaande werkwoorden erin.
Tijd = passé composé

avoir              chercher
être                 donner
faire                parler
aimer              regarder


 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Evaluation
But:  
Ik kan in het Frans vertellen wat ik de vorige dag heb gedaan door de passé composé te gebruiken. 



Slide 10 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat de passé composé is.

Slide 11 - Open question

Zet het werkwoord tussen haakjes in de passé composé.
(habiter) Nous....................

Slide 12 - Open question

Zet het werkwoord tussen haakjes in de passé composé.
(regarder) Tu....................

Slide 13 - Open question

Zet het werwoord tussen haakjes in de passé composé.
(être) Ils....................

Slide 14 - Open question

Ik kan de passé composé maken van de werkwoorden op -er en de 3 onregelmatige werkwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll