Energie, bron van onze dagelijkse activiteiten

Energie, bron van onze dagelijkse activiteiten
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Energie, bron van onze dagelijkse activiteiten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat energie is en kun je uitleggen waarom energie nodig is voor dagelijkse activiteiten.

Slide 2 - Slide

Geef de leerdoelen duidelijk aan het begin van de les aan.
Wat weet je al over energie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is energie?
Energie is de mogelijkheid om werk te verrichten of warmte af te geven. Het is nodig voor alles wat we doen.

Slide 4 - Slide

Vraag aan de leerlingen wat zij al weten over energie.
Energiebronnen
Er zijn vijf soorten energiebronnen: fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas, steenkool), kernenergie, waterkracht, windenergie en zonne-energie.

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen per groepje één energiebron onderzoeken en hierover een korte presentatie geven.
Uitputbare en hernieuwbare energiebronnen
Uitputbare energiebronnen raken op, zoals fossiele brandstoffen. Hernieuwbare energiebronnen raken nooit op, zoals waterkracht, windenergie en zonne-energie.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden van uitputbare en hernieuwbare energiebronnen noemen.
Toepassingen van energiebronnen
Aardgas en steenkool worden vooral gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en als brandstof voor auto's. Waterkracht wordt vooral gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. Windenergie en zonne-energie worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en verwarming van huizen.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen de toepassingen van energiebronnen benoemen.
Energieverbruik in de wereld
De Verenigde Staten en China zijn de grootste energieverbruikers ter wereld. Wereldwijd wordt het meeste energie gebruikt voor industrie en transport.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen de verdeling van energieverbruik in de wereld benoemen en hierover discussiëren.
Energieverbruik in Nederland
In Nederland wordt het meeste energie gebruikt voor transport en verwarming van huizen en gebouwen. Het grootste deel van onze energie wordt opgewekt uit fossiele brandstoffen.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen de verdeling van energieverbruik in Nederland benoemen en hierover discussiëren.
Toekomstig energieverbruik
Het energieverbruik zal toenemen door bevolkingsgroei en welvaartsgroei. Dit zal leiden tot een grotere vraag naar energie en dus een grotere druk op de energiebronnen.

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over duurzame oplossingen voor het toenemende energieverbruik.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.