H6.4 Schaal

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 224 §6.4 voor je open.
🔲 Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:
H6.4 Schaal
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 224 §6.4 voor je open.
🔲 Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:
H6.4 Schaal

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
§6.3 opd 15 t/m 22
Wat is schaal, hoe bereken je dit?
Samen maken opd 25 en 29
aan de slag 
Afmaken §6.4
voorkennis 
Hoe bereken je de vergrotingsfactor

Slide 2 - Slide

        Nakijken
Heb je opdrachten fout, stel er eens een vraag over aan je docent.
nakijken:  H6.2 opd. 15 t/m 22

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze les?

Ik weet dat schaal en vergrotingsfactor bij elkaar horen.

Ik kan met schaal de maten van de vergroting uitrekenen.

Als ik de maten van het origineel weet en de vergroting, kan ik de schaal uitrekenen.
        leerdoelen

Slide 4 - Slide

VERGROTEN
Een model van een voorwerp is vaak op schaal gemaakt. De schaal geeft de factor aan tussen het model en de werkelijkheid

uitleg 
Schaal
de f1 auto is 375 cm lang,  het model is 25 cm

De schaal is dan :                                   dus 1 : 15

25375=15

Slide 5 - Slide

Vergrotingsfactor en schaal
We zien een sleutelhanger van een tennisracket.

In het echt is het tennisracket 250 keer zo groot.

De schaal die erbij hoort is dan:
1 : 250

Slide 6 - Slide

vraag 25 blz. 225
oefenen  

Slide 7 - Slide

vraag 25 blz. 225
oefenen  

Slide 8 - Slide

Zelfstandig 
aan de slag 
Mk: opd.  26, 27, 28,  en o28 (blz. 225/226)

Klaar?
Mk: opd U4 (blz. 227)
Zelfstandig aan de slag

Gebruik je aantekeningen als het even niet zelfstandig lukt.

timer
7:00

Slide 9 - Slide

werk door tot de bel 
Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: opd. 26, 27, 28, en o28 (blz. 225/226)
Klaar?
Maak opd. u4 (blz. )
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Schrijf de berekeningen die je gebruikt op in je schrift.

Slide 10 - Slide