Sociaal-emotionele vaardigheden; ruzie oplossen

Hoe voel jij je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃
1 / 15
next
Slide 1: Poll
StudielessenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe voel jij je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Wat vond je het leukste aan het kamp?

Slide 2 - Open question

Schrijf een compliment voor je buurman/buurvrouw, dat mag voor het kamp of daarbuiten zijn

Slide 3 - Open question

Ruzie, hoe pakken we dat aan?
Sociaal-emotionele vaardigheden

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert wat voor type ruziemakers er zijn
  • Je leert tips geven om ruzies op te lossen

Slide 5 - Slide

Wat voor type ruziemaker ben jij?
Je krijgt zo meteen 6 vragen over hoe jij reageert. 

Schrijf voor jezelf op hoe vaak je A, B of C hebt geantwoord.

Slide 6 - Slide

Hoe vaak heb je ruzie?
A
Bijna elke dag wel
B
Af en toe, maar ik maak het altijd goed
C
Ehm, nooit eigenlijk

Slide 7 - Quiz

Je vriend(in) is voor de zoveelste keer te laat. Wat doe je?
A
Je bent boos en praat voorlopig niet met hem/haar.
B
Je zegt dat je het vervelend vindt en vraagt waarom hij/zij te laat is.
C
Niks, kan gebeuren, toch?

Slide 8 - Quiz

Je docent denkt dat jij een propje gooide en stuurt je de klas uit. Maar je was het niet. Wat doe je?
A
Je zegt 'ik deed niks' en weigert de klas uit te gaan.
B
Je baalt, maar het heeft geen zin om er tegen in te gaan.
C
Je legt je docent rustig uit dat jij het niet was.

Slide 9 - Quiz

Je ouder is boos, omdat je later thuis bent gekomen dan afgesproken. Hoe reageer je?
A
Je wordt boos en zegt dat je het een stomme afspraak vindt.
B
Je biedt je excuses aan, maar zegt dat je vindt dat je wel erg vroeg thuis moest zijn.
C
Je mompelt 'sorry' en gaat snel naar je kamer.

Slide 10 - Quiz

Je zit op de fiets en een buurjongen spuit je nat met een waterpistool. Wat doe je?
A
Je springt van je fiets en grijpt het jongetje.
B
Je stapt van je fiets en zegt tegen hem dat hij dat niet moet doen.
C
Je fietst door en maakt je niet druk om dat rotjochie.

Slide 11 - Quiz

Iemand botst tegen je aan in de gang. Wat doe je?
A
Je geeft hem een harde duw terug.
B
Je zegt; 'pas op waar je loopt'.
C
Niks, die persoon deed het vast niet expres.

Slide 12 - Quiz

Kijk naar je antwoorden
Welk antwoord heb je het meest gegeven?
A= 'PAS OP of ik ontplof' type.
B= 'Laten we het uitpraten' type.
C= 'Help, ik wil geen ruzie' type.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoe zou je dit probleem oplossen? Denk vooral aan T (toon respect) en O (oplossing bedenken)

Slide 15 - Open question