Toptaal - A2-B1 - H1 - Les 11

Vandaag
WELKOM!
Today
  • Huiswerk bespreken
  • Grammatica: twee werkwoorden
  • Schrijfopdrachten verbeteren
  • niet en geen
  • Taak 4.2
  • Nieuws van de week
  • Discuss homework
  • Grammar: two verbs
  • Improve writing assignments
  • Negation
  • Task 4.2
  • News of the week
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Vandaag
WELKOM!
Today
  • Huiswerk bespreken
  • Grammatica: twee werkwoorden
  • Schrijfopdrachten verbeteren
  • niet en geen
  • Taak 4.2
  • Nieuws van de week
  • Discuss homework
  • Grammar: two verbs
  • Improve writing assignments
  • Negation
  • Task 4.2
  • News of the week

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Huiswerk voor vandaag:
  • 4.2 - oefening 1 t/m 6

  • Grammatica:
    Look into the exercises around willen, kunnen, moeten en gaan and do the one that is relevant for you:
    2.3, 1.9, 1.15 en 2.5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
willen, kunnen, moeten en gaan.


  • Ik ga morgen huiswerk maken.
  • Jij gaat straks je moeder bellen.
  • Hij gaat volgende week op vrijdag werken.
  • Wij gaan op zaterdag boodschappen doen.


Voorbeeld
Wij gaan op zaterdag boodschappen doen. Ik wil eten kopen voor de hele week. Ik moet in de koelkast kijken. Dan ga ik een lijstje maken. We gaan veel uien eten. Dat is gezond. Op zondag kunnen we thuis blijven.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijf samen een kort verhaaltje over iets dat je gaat doen in de toekomst. Maak minstens drie zinnen met twee werkwoorden. Gebruik voor de persoonsvorm het werkwoord 'gaan'.

Onderwerpen: sporten, eten, boodschappen doen, op bezoek gaan etc.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Maak een zin met het voorzetsel.
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Correctiecodes
  • Download de correctiecodes.
  • Download de schrijfopdrachten.
  • Verbeter je schrijfopdracht.
Download the correction codes.
Download the writing assignments.
Improve your writing assignment

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
Niet en geen


‘Niet’ komt altijd na de persoonsvorm en vóór het tweede werkwoord. Met ‘niet’ ontken je een hele zin of een stuk ervan; 

‘Geen’ ontkent altijd een substantief en staat vóór het substantief.
Voorbeeld
Wij gaan op zaterdag boodschappen doen. Ik wil eten kopen voor de hele week. Ik moet in de koelkast kijken. Dan ga ik een lijstje maken. We gaan veel uien eten. Dat is gezond. Op zondag kunnen we thuis blijven.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Pauze
timer
15:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Taak 4.1 - Wat eten we vanavond?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Deze drank heb ik altijd in huis. We gaan in het weekend voetbal kijken. Dan drinken we deze drank. Ik koop meestal Jupiler, maar Heineken is ook lekker.
Welk woord bedoel ik?
Antwoord
Het bier

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Kies nu zelf een woord uit uit taak  4.1 of 4.2.

Omschrijf het woord en de ander raadt welk woord het is.
Welk woord bedoel ik?
timer
8:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Prepositions / voorzetsels
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Maak een zin met het voorzetsel.
Maak een zin met het voorzetsel.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Welke drie onderwerpen zijn er?
Welke woorden hoor je?
Vertel kort: waar gaat dit over?
Nieuws van de week
Link
https://www.youtube.com/watch?v=G-Qa60mY-7k
De aardbeving
De grens
een jaar geleden
de huizen
om het leven komen
Geld inzamelen
uitgeven
wonen
De baby
Geboren worden
de dag
overleven
de taart
de oom
het neefje
het nichtje
de verjaardag

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
4.2 - oefening 1 t/m 6
Grammatica: 2.3
Huiswerk

Slide 15 - Slide

This item has no instructions