This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
NaSk klas 3
Slide 1 - Slide
Voor vandaag
Vorige les
Uitleg 2.2
Aan de slag met de opdrachten
LessonUp vragen
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Even herhalen
Een spanningsbron geeft stroom. Als je deze spanningsbron aan een elektrisch apparaat verbind kun je het apparaat laten werken. De stroomkring moet dan wel gesloten zijn.
Slide 3 - Slide
Stroomkring
Spanningsbron brengt elektronen in beweging en geeft ze elektrische energie mee.
Deeltjes komen langs de lamp en geven hun energie af: lampje brand.
Deeltjes gaan terug naar de spannigsbron.
Van + naar -
Slide 4 - Slide
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Slide 5 - Slide
2.2 Stroom en schakelingen
Wat is een serieschakeling?
Wat is een parallelschakeling?
Hoe meet je de spanning?
Hoe meet je de stroomsterkte?
Slide 6 - Slide
Je hebt 2 soorten schakelingen;
Vraag 1: Wat is een serieschakeling?
Slide 7 - Slide
Serieschakeling
alle apparaten achter elkaar op dezelfde stroomkring.
stroom gaat door lampje 1, daarna lampje 2 enz.
Slide 8 - Slide
Serieschakeling
De serieschakeling geeft alle stroom in 1 route naar de apparaten.
De stroom loopt van de + pool naar de - pool. (zie pijltje)
Slide 9 - Slide
Serieschakeling
Er is maar 1 route die de vrachtwagen af kan leggen om van + naar - te gaan
Alle onderdelen zitten in 1 stroomkring
Is 1 lampje kapot, dan?
Slide 10 - Slide
Serieschakeling
Stroomsterkte (I) overal gelijk
Spanning (U) wordt verdeeld over alle onderdelen
Meer vrachtwagens = stroomsterkte
Meer spullen = spanning
Slide 11 - Slide
Serieschakeling
Batterij levert spanning van 6V
Wat is spanning door elk lampje?
Slide 12 - Slide
Serieschakeling
Hoe kun je de spanning verhogen?
Slide 13 - Slide
Batterij in serie
Van plus naar min!
4x 1,5V. Wat is totale spanning?
Slide 14 - Slide
Wat is een parallelschakeling?
Slide 15 - Slide
Parallel schakeling
Bij een parallel schakeling zit ieder apparaat in een aparte stroomkring.
Slide 16 - Slide
De vrachtwagen kan via verschillende routes van + naar -
Elk onderdeel heeft zijn eigen stroomkring
Wat als 1 lampje kapot gaat?
Parallelschakeling
Slide 17 - Slide
Spanning op batterij 6V
Hoeveel volt door elk lampje?
Parallelschakeling
Slide 18 - Slide
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 19 - Slide
Serieschakeling
Parallelschakeling
Welke lampjes branden het felst?
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Aan de slag
Wat: Maken 2.2 BLZ 79 opdracht 1 t/m 18
Hoe: Zelfstandig / samen
Hulp: 1. Boek 2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 20 min
Klaar: 1. Nakijken met boekje 2. Aan mij laten zien
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
-Serieschakeling- De spanningsbron = 4,5 V
Hoeveel spanning gaat er door lampje 1?
A
2,25 V
B
4,5 V
C
6,75 V
D
9 V
Slide 24 - Quiz
In een serieschakeling is de:
A
Stroomsterkte overal gelijk
B
Spanning overal gelijk
C
Energie overal gelijk
D
Vermogen overal gelijk
Slide 25 - Quiz
Welke uitspraak over serieschakelingen is waar? In een serieschakeling:
A
branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
B
is de stroomsterkte niet overal even groot.
C
komen overal vertakkingen voor.
D
kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.
Slide 26 - Quiz
Bij een serieschakeling wordt:
A
De stroom verdeeld en de spanning blijft gelijk
B
De stroom en de spanning worden verdeeld
C
De spanning verdeeld en de stroom blijft gelijk
D
De stroom en de spanning zijn overal gelijk
Slide 27 - Quiz
-Serieschakeling- Door lampje 1 en 2 gaat een spanning van 2,25 V