Uitdrukkingen


A
een muurbloempje zijn
B
de bloementjes buiten zetten
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


A
een muurbloempje zijn
B
de bloementjes buiten zetten

Slide 1 - Quiz


A
spijkers op laag water zoeken
B
schroeven op laag water zoeken

Slide 2 - Quiz


A
een koekje van eigen deeg krijgen
B
alles is koek en ei

Slide 3 - Quiz


A
achter het net vissen
B
iemand uitmaken voor rotte vis

Slide 4 - Quiz


A
bij een aap logeren
B
in de aap gelogeerd zijn

Slide 5 - Quiz


A
de kastanjes voor iemand uit het vuur halen
B
de marshmallows voor iemand uit het vuur halen

Slide 6 - Quiz


A
de koekjes uitdelen
B
de lakens uitdelen

Slide 7 - Quiz


A
van de deur naar de muur gestuurd worden
B
van het kastje naar de muur gestuurd worden

Slide 8 - Quiz


A
het kind met het badwater weggooien
B
het zand met het badwater weggooien

Slide 9 - Quiz


A
de spijker in zijn kop slaan
B
de spijker op zijn kop slaan

Slide 10 - Quiz


A
de stoute schoenen aantrekken
B
de stoute laarzen aantrekken

Slide 11 - Quiz


A
zoals het horloge thuis tikt, tikt het nergens
B
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

Slide 12 - Quiz


A
niet geschoten is altijd misschien
B
niet geschoten is altijd mis

Slide 13 - Quiz


A
wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten
B
wie zijn billen brandt, moet een nieuwe broek kopen

Slide 14 - Quiz


A
spreken is zilver, zwijgen is goud
B
spreken is zilver, zwijgen is oud

Slide 15 - Quiz