Paragraaf 7.3

Paragraaf 7.3 deel 1
Hoe komt de overheid aan geld?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 7.3 deel 1
Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 1 - Slide

Bob is ontslagen
Het inkomen van Suus is te laag
Yusuf is met pensioen

Slide 2 - Drag question

Donna verdient € 2.350,- bruto per maand. Daarover betaalt ze 17,9% AOW-premie. Bereken hoeveel AOW-premie zij in een jaar betaalt.

Slide 3 - Open question

Gebruik de tabel.
Alireza en Mirjana hebben een gezamenlijk inkomen van € 1.340,- per maand. Bereken hoeveel procent zij daarmee onder het sociaal minimum zitten.

Slide 4 - Open question

De accijns per liter benzine is € 0,79. Met je scooter rijd je 150km per week. Je scooter rijdt 1 op 25.
Bereken hoeveel je per jaar aan accijns betaalt.
A
€ 4,74
B
€ 6.162
C
€ 118,50
D
€ 246,48

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
- Je kunt belangrijke overheidsinkomsten noemen.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.
- Je kunt met procenten rekenen.

Slide 6 - Slide

Overheidsinkomsten
BTW

Accijns


Inkomstenbelasting

Slide 7 - Slide

Overheidsinkomsten
Vennootschapsbelasting


Winst van overheidsbedrijven

Boetes

Slide 8 - Slide

Een deel van de nettowinst van je bv draag je af aan de Belastingdienst.
Hoe noem je deze belasting?
A
BTW
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Inkomstenbelasting

Slide 9 - Quiz

Je werkgever draagt een deel van jouw brutoloon af aan de Belastingdienst.
Hoe noem je deze belasting?
A
BTW
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Loonbelasting

Slide 10 - Quiz

Directe en indirecte belastingen
Direct --> betaal je gelijk aan de overheid

I
Indirect --> via winkelier naar belastingdienst 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdrachten maken
In tweetallen of zelfstandig
Opdracht 1 t/m 4 pagina 198 en 199

Slide 14 - Slide