4BK - 13/9 - c.1 - lesson 9

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Monday 13/9
WELCOME!
  • Herhaling grammar
  • Exercises
  • World laughter day                     --> Reading + exercises

Slide 2 - Slide

Goals 
  • Ik kan een tekst begrijpen die te maken heeft met humor/lachen
  • Ik weet wat de past simple, present perfect en de past continuous is.
  • Ik ken woorden in het Engels die te maken hebben met humor. 

Slide 3 - Slide

The past simple...
Gebruik je in het Engels wanneer iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. 

Wij noemen het de verleden tijd

Slide 4 - Slide

Hoe maak je een past simple?
Hele werkwoord + ed
(let op de onregelmatige werkwoorden)

Slide 5 - Slide

Yesterday, my friends and I .... (see) a bear.

Slide 6 - Open question

I ... (expect) to have fun last year.

Slide 7 - Open question

Last week, we ... (watch) a strange film.

Slide 8 - Open question

The Present perfect...
Gebruik je in het Engels wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is. Maar ook om te praten over ervaringen of over gebeurtenissen waarvan je nu het resultaat merkt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

I .... never ... (travel) to Spain.

Slide 11 - Open question

She .... (live) in Paris since 2003.

Slide 12 - Open question

.... you ever .... (see) that film?

Slide 13 - Open question

The Past Continuous...
Gebruik je in het Engels wanneer iets in het verleden een tijdje aan de gang is geweest.

Slide 14 - Slide

How do we make the past continuous?
I was walking
you were walking
he, she, it was walking
we were walking
you were walking
they were walking

Was/ were + werkwoord + ing

Slide 15 - Slide

I ....(wait) for the bus when it .....(start) to rain.
A
waited, started
B
waited, was starting
C
was waiting, started
D
was waiting, was starting

Slide 16 - Quiz

While we _________ (walk) the dog, the neighbours _________ (call) us.
A
were walking, called
B
were walking, were calling
C
walked, called
D
walked, were calling

Slide 17 - Quiz

He ..... a shower, when someone .... on the door.
A
was taking, was knocking
B
was taking, knocked
C
took, knocked
D
took, was knocking

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

H - Reading
Textbook page 12
Workbook BASIS page 16 
                       KADER page 17 
Exercises 18, 19 + 20
Done? Learn vocab on QUIZLET



Slide 20 - Slide

Homework
Learn vocab H
Do: ex. 18, 19 + 20

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide