What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bezittelijke Voornaamwoorden
Wiederholung: het bezittelijk voornaamwoord
het bezittelijk voornaamwoord
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wiederholung: het bezittelijk voornaamwoord
het bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
ein/eine
kein/keine
Wanneer gebruik je de vorm met E?
(k)eine
Slide 2 - Mind map
ein/eine
kein/keine
Wat betekent kein(e)?
Slide 3 - Mind map
ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Sleep het bezittelijke voornaamwoord op de juiste plaats in het schema
unser
dein
Ihr
euer
mein
ihr
ihr
sein
sein
Slide 4 - Drag question
Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een E?
A
mannelijk / der
B
vrouwelijk / die
C
onzijdig / das
D
meervoud / die
Slide 5 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Was ist sein Name ?
A
Was
B
ist
C
sein
D
Name
Slide 6 - Quiz
Het bezittelijk voornaamwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als het lidwoord "ein"
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
LINKS:
sleep het bezittelijk voornaam-
woord
naar de
juiste vertaling
RECHTS:
Sleep de juiste uitgang naar het zelfstandig- naamwoord
mijn
haar
onze
jouw
Läden (mv)
Verkäuferin (v)
Kunde (m)
ihr
mein
dein
unser
eine
ein
Keine
Slide 8 - Drag question
Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste antwoord.
[onze] ... Lehrerin (v)
A
unser
B
unsere
Slide 9 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
[mijn] ... Vater
A
mein
B
meine
Slide 10 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord
Wat is de betekenis van 'jouw'?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre
Slide 11 - Quiz
Hier ist (mijn)…...Buch (o)
A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein
Slide 12 - Quiz
vertaal het bezittelijk voornaamwoord:
Maaike ist (haar)... Freundin (v).
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure
Slide 13 - Quiz
vertaal het bezittelijk voornaamwoord:
Ist das ( uw).... Fahrrad (o)?
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr
Slide 14 - Quiz
Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Er ist (mijn)…...Vater (m)
A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein
Slide 15 - Quiz
vertaal het bezittelijk voornaamwoord
Das sind (onze) .... Eltern (mv)
A
meine
B
dein
C
ihre
D
unsere
Slide 16 - Quiz
Lesdoel bereikt?
Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.
A
Ja, ik kan het!
B
Nee, ik snap het niet!
C
Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
D
Ja, ik denk het wel!
Slide 17 - Quiz
Einde
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Bezittelijke Voornaamwoorden
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Bezittelijke Voornaamwoorden
September 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Bezittelijke Voornaamwoorden
May 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Lidwoorden - ein/eine - Bezittelijke Voornaamwoorden
March 2024
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Havo 2/ hfd 1 & 4 /Zelfstandige / bezittelijke voornaamwoorden /lidwoorden
November 2020
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Lidwoorden - ein/eine - Bezittelijke Voornaamwoorden
May 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Lidwoorden - ein/eine - Bezittelijke Voornaamwoorden
February 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, mavo, havo
Leerjaar 2
Bezittelijk naamwoord / Possesivpronom
January 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1