Dementie

Dementie
1 / 41
next
Slide 1: Slide
anatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dementie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Je benoemt de oorzaken, symptomen en complicaties van de zorgvrager met dementie.
  • Je past interventies toe bij de zorgvrager met dementie.
  • Je benoemt de benaderingswijzen bij de zorgvrager met dementie, zoals ROT/ROB, validation, reminiscentie, snoezelen en legt uit hoe je deze toepast. 


Lesinhoud

  • Gezamenlijke lessonup

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Probeer binnen één minuut de volgende zestien woorden te onthouden. Na deze minuut mogen jullie de woorden voor jezelf opschrijven. Hoeveel woorden heb jij goed?


De woorden:
Banaan, dromedaris, basgitaar, aannemer, bizon, drumstel, appel, docent,citroen, viool, concierge, cavia, cello, druif, bakker, aap.

Geheugentest
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.
Welke woorden weet jij nog?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Welke vormen van dementie kennen jullie?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

VANAF 40 jaar/ jonge zorgvragers 
'' Naar schatting zijn er in Nederland 12.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. ''
- vaak erfelijk 
- lichamelijk sterk
- andere behoeften dan ouderen
- aparte begeleidingsprogramma's

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Geheugenstoornissen
- Nieuwe informatie niet meer opnemen.
- Opgeslagen informatie moeilijk ophalen

Cognitieve stoornissen
- Afasie/ Taalstoornis
- Apraxie/ Verminderd vermogen van het uitvoeren van motorische handelingen
- Agnosie/ onvermogen om objecten te herkennen

Diagnose

Reden om naar de huisarts te stappen:
- Geheugenproblemen of verandering van gedrag of karakter
 
Algemeen onderzoek:
MRI-scan en PET-scan: 
Door de afwijkingen die te zien zijn kunnen verschillende vormen van dementie worden onderscheiden. 

Bloedonderzoek: De nieuwe bloedtest richt zich op het aantonen van het schadelijke eiwit 'tau'. In het brein veroorzaakt dit eiwit schade bij mensen met alzheimer. De onderzoekers kunnen met de test deze alzheimerprocessen signaleren. 
Neurolopsychologisch onderzoek:

Slide 9 - Slide

Executieve functies:
Plannen
Organisatie
Cognitieve flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Timemanagement

Voorbeelden als deze functies niet meer lukken:
- Geen activiteiten meer kunnen organiseren
- Impulsief gedrag
- Niet meer flexibel kunnen omgaan met veranderingen 
- Obsessief gedrag (zoals steeds tellen, zingen, tikken of hetzelfde gedrag vertonen)
- Moeite hebben met passend reageren in sociale interacties
- Problemen met emotie regulatie

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Welke fasen/stadia ken je van dementie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Indeling van fasen: 

Slide 12 - Slide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Kijkersvragen
1. In welke fase denk jij dat de meneer in dit filmpje zit?
2. Waarom denk je dat?
timer
2:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4
Spullen kwijtraken
Een 'fout' maken tijdens een bezigheid verbergen door er een grapje van te maken
Moeite met orienteren 
Minder goed met woorden uitdrukken
''Sorry ik ben de afspraak vergeten''
''Ik zit al 20 minuten in de auto en ik weet niet meer waar ik naartoe zou gaan''
Tijd 23.30uur
''ik ga even booschappen doen''
''Ik kan niet meer vertellen hoe ik me voel''

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Maar liefst 70% van alle mensen met dementie heeft alzheimer. 
Bij de ziekte van Alzheimer gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Dit komt doordat bepaalde eiwitten zich ophopen in de zenuwcellen. Ook kunnen bepaalde vezels zich in de cellen ophopen. 
De levensverwachting voor mensen met alzheimer kan uiteenlopen van drie tot twintig jaar. Uit onderzoek blijkt dat gemiddelde levensverwachting 6,5 jaar is (Alzheimer Nederland, 2024)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

vasculaire dementie
Vasculaire dementie is een van de meest voorkomende soorten dementie. Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte. Bij één op de zes mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak. Dan spreken we van vasculaire dementie. Nog veel vaker komt vaatschade in de hersenen naast andere oorzaken van dementie voor.
(Alzheimer Nederland, 2024)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Frontotemporale dementie
Frontotemporale dementie (FTD) is een vorm van dementie. Een van de meest opvallende kenmerken van frontotemporale dementie is dat deze ziekte al op relatief jonge leeftijd voorkomt. Het grootste deel van de mensen die de ziekte krijgt, is tussen de 40 en 60 jaar. Op jonge leeftijd is het -op de ziekte van Alzheimer na- de meest voorkomende vorm van dementie.
(Alzheimer Nederland, 2024)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Varianten FTD
De gedragsvariant: Mensen met deze vorm van frontotemporale dementie vertonen opmerkelijke veranderingen in hun gedrag, persoonlijkheid, emoties en het beoordelen van situaties. Artsen noemen de gedragsvariant vaak de ziekte van Pick.
De taalvariant: Mensen met deze vorm van frontotemporale dementie hebben problemen in de taalvaardigheid, zoals moeite met spreken, begrijpen, lezen en schrijven. Dit heet primair progressieve afasie of semantische dementie.
De bewegingsvariant: Deze vorm wordt gekenmerkt door veranderingen in iemands motoriek en moeilijkheden met bewegen, zoals trillen, moeite met lopen, vaak vallen en problemen met de coördinatie.
(Alzheimer Nederland)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lewy Body dementie
Lewy body dementie (LBD) is te herkennen aan schommelingen in iemands geestelijke achteruitgang. Ook heeft iemand met Lewy body dementie vaak verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Denk aan tremoren (beven van lichaamsdelen zoals handen), stijfheid, langzame beweging, een gebogen houding en een afwijkende manier van lopen.
(Alzheimer Nederland, 2024)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak LBD
Bij iemand met Lewy body dementie bevinden zich zogenaamde Lewy bodies in de zenuwcellen van de hersenen. Dit zijn speciale eiwitafzettingen. Onderzoekers denken dat deze Lewy bodies ontstaan als een hersencel gevaar loopt, bijvoorbeeld omdat er een giftige stof aanwezig is. Bij Lewy body dementie zitten de afwijkingen voornamelijk in de hersenschors. Lewy body dementie is in het overgrote deel van de gevallen niet erfelijk.
(Alzheimer Nederland, 2024)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Dementie is geneesbaar .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je iemand met dementie het beste begeleiden?


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vanaf welk levensjaar is ons brein volgroeid?
A
24
B
21
C
27
D
22

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Robotica
Mensen met dementie kunnen veel hebben aan robotica

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Bij dementie kunnen hallucinaties
optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een hallucinatie?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een hallucinatie komt niet voor bij Dementie

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Bij dementie kunnen wanen optreden als symptoom.

Wat wordt bedoeld met een waan?
A
Een fantasie die als werkelijkheid ervaren wordt
B
Een waarneming die in feite niet aanwezig is
C
Een herinnering anders dan de werkelijkheid
D
Een waan komt niet voor bij Dementie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Welke woorden weet jij nog?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 41 - Slide

This item has no instructions