This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Instructions
lesdoelen
Je kunt uitleggen wat sociale zekerheid is en hoe deze betaald wordt. Je kunt de drie groepen van sociale zekerheid benoemen en je weet welke wetten daarbij horen.
Items in this lesson
SOCIALE ZEKERHEID
Slide 1 - Slide
Lesdoelen 7.2
- Wat is sociale zekerheid?
- Welke soorten sociale uitkeringen zijn er?
- Wie betaalt de sociale zekerheid?
Slide 2 - Slide
verzorgingsstaat
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Sociale zekerheid
Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.
Dit wordt betaald door de overheid.
Hoe komt de overheid aan dit geld?
belastingen
sociale premies (sociale wetten)
Slide 5 - Slide
Sociaal minimum
In de sociale wetten staat hoe hoog een uitkering is
Werklozen zonder ww uitkering > bijstand
Sociaal minimum: bedrag waarvan je net kunt rondkomen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen worden door het rijk, via de belastingen, betaald.
Voorbeelden: de Bijstand, AKW (kinderbijslag)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Sociale verzekeringen
Volksverzekeringen zijn er voor iedereen en worden betaald door inkomensafhankelijke premies van werknemers.
Voorbeelden: ANW (algemene nabestaandenwet), AOW.
Werknemersverzekeringen zijn er voor werknemers en worden betaald door een inkomensafhankelijke premie voor werknemers.
Voorbeelden WIA (wet inkomen naar arbeidsvermogen), WW.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Waarom is er sociale zekerheid?
Slide 12 - Open question
Wie betaalt de sociale zekerheid?
Slide 13 - Open question
Wat heb je geleerd?
Slide 14 - Slide
Wat is geen werknemersverzekering?
A
WerkloosheidsWet
B
ZiekteWet
C
WIA (wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)
D
AOW (algemene ouderdomswet)
Slide 15 - Quiz
Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW
Slide 16 - Quiz
Sociale zekerheid voor jongeren: Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
A
kinderbijslag.
B
WIA-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.
Slide 17 - Quiz
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt: