Passive 13-11

Welkom
1. telefoon in de T-tas
2. vaste plek
3. boeken op tafel
4. tassen op de grond
5. het is stil als ik wil beginnen 

Lukt dit niet = 1 waarschuwing
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
1. telefoon in de T-tas
2. vaste plek
3. boeken op tafel
4. tassen op de grond
5. het is stil als ik wil beginnen 

Lukt dit niet = 1 waarschuwing

Slide 1 - Slide

The passive
Go to TB page 43
- Als wat er gebeurd is (of gebeurt) belangrijker is dan wie iets heeft gedaan (of doet), gebruik je werkwoorden in de passive

- De nadruk ligt op wat er gedaan wordt


Slide 2 - Slide

Wie iets doet is belangrijk
Wat er gebeurd is belangrijker

Slide 3 - Slide

In het Nederlands:
Active sentence --> actieve/bedrijvende zin
- De docent vermoord de leerling.

Passive sentence --> passieve/lijdende zin
De nadruk ligt op wat er gebeurt
- De leerling wordt vermoord (door de docent).

Slide 4 - Slide

de passive
Wat er gebeurd is belangrijk:

The package was delivered yesterday. (het doet er niet toe door wie)

My bike has been stolen. (je weet niet door wie)


Slide 5 - Slide

Hoe maak je de passive?
De passive bestaat uit:
vorm van 'to be' + voltooid deelwoord

The rules are written on the board (by the teacher).
The song was played three times (by the dj).

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord:
  • regelmatige ww:  hele ww + ed   (play  -->  played)

Of

  • onregelmatige ww: 3e vorm   (fly  --> flew)

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de passive?
Bij de Present Simple (Dingen die nooit, altijd of regelmatig gebeuren) gebruik je am / are / is + voltooid deelwoord 

The teacher writes the rules on the board. (Present Simple) --> The rules are written on the board by the teacher.

Maak de opdracht in je aantekeningenschrift

Slide 8 - Slide

Hoe maak je de passive?
Bij de Past Simple (verleden tijd) gebruik je was / were + voltooid deelwoord 

The DJ played the song three times. -->
The song was played three times (by the DJ).

The jury judged the contestants on skill. -->
The contestants were judged on skill (by the jury).

Maak de opdracht in je aantekeningenschrift

Slide 9 - Slide

Hoe herken je een passive?
  1. Staat er een vorm van 'to be'?
    (am/are/is/was/were)
  2. Staat daarna een voltooid deelwoord? (played, broken etc.)
  3. Staat daarna 'by ....'? Zoniet, kun je 'by zombies' erachter 
    zetten?
Als aan deze 3 voldaan is  -->  het is een passive!

The poor girl was killed (by zombies).
The windows are broken by Peter

Slide 10 - Slide

Boys like to play soccer.
A
passive
B
active

Slide 11 - Quiz

The walls are painted by my mother
A
passive
B
active

Slide 12 - Quiz

Eurocamp is planning a new campsite by the beach.
A
passive
B
active

Slide 13 - Quiz

My car was stolen by a criminal.
A
passive
B
active

Slide 14 - Quiz

The school bought new laptops.
A
passive
B
active

Slide 15 - Quiz

My friends are looking forward to meeting her.
A
passive
B
active

Slide 16 - Quiz

The classroom was cleaned yesterday.
A
passive
B
active

Slide 17 - Quiz

Work on you own
Maak nummer 1 t/m 8 van de opdracht op het bord

Klaar?
Maak opdracht 16 (TB blz. 41)
Maak opdracht 22 (TB blz. 42)

Slide 18 - Slide