Formuleren, H6

Formuleren, H6 (her)
Verbanden tussen zinnen aanbrengen
-signaalwoorden
- verwijswoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formuleren, H6 (her)
Verbanden tussen zinnen aanbrengen
-signaalwoorden
- verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Ik wil uitslapen, maar het is vakantie.
Ik wil uitslapen, want het is vakantie.

Welk verschil zit er tussen deze zinnen?

Slide 2 - Open question

In het zuiden van het land sneeuwt het, ... hier valt er regen.
A
daarom
B
tenzij
C
dus
D
maar

Slide 3 - Quiz

... Peter staat te koken, ruimt Ilse de keuken op.
A
Om te beginnen
B
Doordat
C
Terwijl
D
Zodat

Slide 4 - Quiz

Je kunt naar de bioscoop, ... de coronamaatregelen zijn versoepeld.
A
wanneer
B
indien
C
tenzij
D
mits

Slide 5 - Quiz

... het onweert, kun je in dat meertje wel gaan zwemmen.
A
Tenzij
B
Mits
C
Wanneer
D
Als

Slide 6 - Quiz

... gaan we douchen, ... gaan we uit!
A
Aan de ene kant, aan de andere kant
B
Zo, daarom
C
Eerst, daarna
D
Indien, toch

Slide 7 - Quiz

Mevrouw De Wild moppert dat zij niet uitkijkt.
Mevrouw De Wild moppert dat hij niet uitkijkt.

Welk verschil zit er tussen deze zinnen?

Slide 8 - Open question

Het is een huis met zwembad. ... ligt aan de rand van een bos.
A
Die
B
Dat
C
Wat
D
Deze

Slide 9 - Quiz

Ik weet niet of zij mee willen gaan. Heb je het ... al gevraagd?
A
hun
B
hen
C
zij
D
jullie

Slide 10 - Quiz

Dat is de docent ... ik nog wat wil vragen.
A
waaraan
B
aan die
C
aan wie
D
dat

Slide 11 - Quiz

De boeken voor Duits liggen nog in mijn kluisje. ... heb ik vandaag echt nodig!
A
Dat
B
Dit
C
Deze
D
Die

Slide 12 - Quiz

Jij hebt een rekenmachine ... ik graag mijn wiskunde zou willen maken.
A
waarmee
B
waarin
C
met die
D
met dat

Slide 13 - Quiz

Wat ik het best snap, zijn de...
A
verwijswoorden
B
signaalwoorden

Slide 14 - Quiz