2.5 Vrije tijd

intro
1. Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd? 
Is dat anders dan wat jij kent, of een beetje hetzelfde?
2. Sport jij? Waar sport je? Wil je lid zijn van een sportclub? Waarom wel of waarom niet?
3. Wat is een buurthuis en wat kun je daar doen? 
Is het iets voor jou?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
knmMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

intro
1. Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd? 
Is dat anders dan wat jij kent, of een beetje hetzelfde?
2. Sport jij? Waar sport je? Wil je lid zijn van een sportclub? Waarom wel of waarom niet?
3. Wat is een buurthuis en wat kun je daar doen? 
Is het iets voor jou?

Slide 1 - Slide

lesplan
1. huiswerk bespreken
2. oefenen: bespreek samen (7) + zoek op (8)
3. herhalen: Taalcompleet 2.5

Slide 2 - Slide

huiswerk bespreken
Filmpje gezien?

Zijn er vragen? 


...

Slide 3 - Slide

huiswerk bespreken
Wat is een vereniging? Noem 3 voorbeelden
Wat is het bestuur?
Wat betekent vrijwilligerswerk?
Waar vind je een buurthuis? Wat kun je doen in een buurthuis?

Wat betekent de zin:
Ik machtig de vereniging om het bedrag af te schrijven.

Slide 4 - Slide

oefenen
bespreek samen (7) --> 
1. Hebben mensen in jouw land veel vrije tijd? Wat doen ze dan?
Doen ze dat in een vereniging?
2. Ben je lid van een club of vereniging?
Is daar ook vrijwilligerswerk? Wil je dat doen?
....

Slide 5 - Slide

oefenen
3. Je moet betalen voor een club. Meestal betaal je via de bank. Op het formulier staat dan een zin zoals:

'Ik machtig de vereniging om het bedrag af te schrijven.'

Wat betekent dat? Moe je nu nog via internet het geld betalen?

Slide 6 - Slide

oefenen
voorbeeld
van een
machtigingsformulier

Slide 7 - Slide

oefenen
4. Kun jij zwemmen? Waar heb je dat geleerd?
Is er water dicht bij jouw huis?
5. Wat doe jij graag in je vrije tijd?

Slide 8 - Slide

oefenen
zoek op (8)

Ga naar google.nl en zoek op 'buurthuis' met je woonplaats.
1. Waar is je buurthuis in jouw buurt?
Schrijf het adres op.
2. Welke activiteiten zijn er in het buurthuis? Voor wie? Hoeveel kost het? Schrijf 3 activiteiten op.

Slide 9 - Slide

herhalen
Maak aan het eind van de les
op
 Taalcompleet.nl
2.4 en 2.5
Ga niet verder....

Huiswerk: Bekijk op Classroom de filmpjes van 2.6

Slide 10 - Slide

extra: IBAN
Om geld over te maken, moet je jouw IBAN (bankrekeningnummer) kunnen noteren en op welke naam de rekening staat (ten name van).

Wat is jouw IBAN?; dit staat op je bankpas.

1. Schrijf je IBAN-nummer in je schrift
2. Daarna schrijf je: ten name van...
(bijvoorbeeld de naam van een vriend of vriendin)

Slide 11 - Slide