Thema 8 les 1 industriële revolutie

Thema 8 les 1 
Industriële revolutie

Tijdvak: moderne tijd
1800-1900

1 / 26
next
Slide 1: Slide
StudievaardighedenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 8 les 1 
Industriële revolutie

Tijdvak: moderne tijd
1800-1900

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesindeling
Lesopening: voorkennis activeren
LA: lezing over industriële revolutie
LA naar WS: opdrachten
Lesafsluiting

Slide 3 - Slide

Wat weet jij over:
Industriële revolutie

Slide 4 - Mind map

Hoort bij de industriële revolutie
Hoort niet bij de industriële revolutie

Slide 5 - Drag question

LA: lezing
Onderwerp: industriële revolutie

Tijd: 10 minuten
Aantekeningen maken of luisteren.

Slide 6 - Slide

Stoommachine
Waterkracht wordt vervangen door een machine: de stoommachine

Slide 7 - Slide

Industriële Revolutie
  • Handarbeid wordt vervangen door werken met machines in fabrieken
  • Vanaf 1750 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)
  • Belangrijkste verandering sinds de landbouwrevolutie
  • Industriële samenleving: er wonen meer mensen in de steden dan op het platteland

Slide 8 - Slide

Moderne tijd
  • Begin van nieuwe periode: moderne tijd
  • dienstensector: handel en vervoer, alle werk dat niet onder landbouw en industrie valt.
  • kapitalisme: zoveel mogelijk winst maken
  • Leven van arbeiders: kinderen werken in fabrieken, steden lopen vol met mensen. 

Slide 9 - Slide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 10 - Slide

Nederland industrialiseert later dan andere landen:
  • Pas vanaf 1870

  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie

  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie

  • Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Noem 2 begrippen
uit het filmpje

Slide 13 - Mind map

Begrippen
  1. Moderne tijd
  2. Stoommachine
  3. Kapitalisme
  4. Industriële revolutie
  5. Dienstensector
  6. Arbeiders

Slide 14 - Slide

Oefenvragen
Nu enkele oefenvragen over de lesstof

Slide 15 - Slide

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 16 - Quiz

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 17 - Quiz

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika

Slide 18 - Quiz

In welke beroepen begon de Industriële Revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 19 - Quiz

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 20 - Quiz

Wat betekent kapitalisme?
A
Geld geven aan een goed doel
B
Geld investeren
C
Geld investeren om winst te maken
D
Geldzaken

Slide 21 - Quiz

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 22 - Quiz

Wanneer kwam de industrie in Nederland op gang?
A
eerste helft 18e eeuw
B
tweede helft 18e eeuw
C
eerste helft 19e eeuw
D
tweede helft 19e eeuw

Slide 23 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 24 - Quiz

Welke sector ontstaat door de komst van de industrialisatie?
A
landbouwsector
B
industriesector
C
informele sector
D
dienstensector

Slide 25 - Quiz

Zelfstandig werken
Schrijf op in je logboek:
  1. W09 - maken werkdoel in Portal: industriële revolutie + arbeidersleven.
  2. WS activiteit: schrijven dagboekfragment over arbeidersleven + inleveren in W09. 
  3. Instellen periodedoel thema 8: W16 - 19 april

Slide 26 - Slide