Voornamen

Voornamen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voornamen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je weet hoe vaak je naam voorkomt.
  • Je kent de verschillende tekstdoelen.

  • Je kunt een informerende tekst schrijven over jouw naam.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

jullie voornamen

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Iedereen heeft één of meer voornamen. Hoe vaak komt jouw naam voor? En hoe was dat 50 jaar en 25 jaar geleden? 

Met de Nederlandse Voornamenbank kom je erachter!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions


Hoe vaak kwam jouw naam 50 jaar geleden voor?
A
minder dan 10x
B
tussen de 10 en 50x
C
tussen de 50 en 100x
D
meer dan 100x

Slide 6 - Quiz

hier is geen goed of fout antwoord


Hoe vaak kwam jouw naam 25 jaar geleden voor?
A
minder dan 10x
B
tussen de 10 en 50x
C
tussen de 50 en 100x
D
meer dan 100x

Slide 7 - Quiz

hier is geen goed of fout antwoord


Mijn naam komt nu .... voor
A
vaker
B
net zo vaak
C
minder vaak

Slide 8 - Quiz

hier is geen goed of fout antwoord

Je gaat zo een informatieve tekst lezen over populaire voornamen. 
Eerst bekijk je het instructiefilmpje.
Lezen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Nieuwsbericht

  • informeren
Verhaal

  • vermaken
  • mening krijgen
  • iets doen / iets niet doen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions


Welk leesdoel hoort bij de tekst?
Noah en Emma blijven populairste voornamen
A
informeren
B
vermaken
C
mening krijgen
D
iets doen / niet doen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

  • Schrijf een stukje voor de schoolkrant (100 - 150 woorden).
  • Let op: dit is een informatieve tekst.
  • Zorg ervoor dat je geen spelfouten maakt in de verleden tijd (en natuurlijk ook niet bij de tegenwoordige tijd).
  • Zorg ervoor dat je de leestekens goed gebruikt.
Schrijven

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

  • Klaar?
  • Laat je tekst aan een klasgenoot lezen. 
  • Zijn de werkwoorden goed gespeld? Verbeter!
  • Staan alle leestekens goed? Verbeter! 
  • Wissel om.
Schrijven

Slide 17 - Slide

This item has no instructions



Noteer twee zinnen uit je tekst.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Terugkijken
  • Je weet hoe vaak je naam voorkomt.
  • Je kent de verschillende tekstdoelen.

  • Je kunt een informerende tekst schrijven over jouw naam.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vul je voornaam nog een keer in bij de Voornamenbank
Je ziet hoe je naam nog meer wordt geschreven. 
Noteer deze andere manier(en). 
Had je deze spelling liever gehad? Leg uit waarom wel of niet. 
Je naam op verschillende manieren

Slide 20 - Slide

This item has no instructions