Werkstuk maken

• Informatica
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Informatica

Werkstuk maken

Informatica

Werkstuk maken in Word

Onderwerp

Je gaat eerst nadenken over een onderwerp voor je werkstuk.

Houd er hierbij rekening mee dat je een onderwerp kiest dat je:

- interessant vindt

- waar je nog iets nieuws over kunt leren

Onderwerp

Je kan denken aan een onderwerp dat te maken heeft met:

- sport                                                        - de mens

- dieren/planten                                    - geloof

- geschiedenis                                       - de aarde

- kunst                                                        - de samenleving

- landen/steden                                     - beroepen

- techniek/ wetenschap                     - personen

Woordweb maken

Schrijf dingen op over je onderwerp:

- die je al weet

- waar je meer over te weten wilt komen

Voorbeeld woordweb

Categoriseer woorden en vul aan

Hoofdstukken bedenken

Geef elke categorie een naam en bedenk er een vraag bij.

Voorbeeld:

Welke leden behoren tot het Nederlandse Koningshuis?

Welke werkzaamheden en verplichtingen hebben de leden van het Nederlandse Koningshuis?

Welke paleizen heeft de Koninklijke familie in bezit?

Welke macht heeft het Koninghuis in Nederland?

Hoe is het Koningshuis in Nederland en zijn tradities ontstaan?

Hoofdstukken

Zoek de informatie op over de vragen. Geef antwoord op de vragen in je eigen woorden. Elke vraag wordt een hoofdstuk

Je maakt minimaal 4 hoofdstukken.

Elk hoofdstuk:

- is minimaal een half kantje

- heeft 2 plaatjes.

Kaft

Maak een kaft met daarop :

- Titel

- Plaatje(s)

- Voor- en achternaam 

- Jaartal

Inleiding

Schrijf een inleiding waarin je vertelt waarom je over dit onderwerp je werkstuk doet.

Slot

Schrijf als laatste een afsluiting waarin je schrijft hoe het is gegaan.

Inhoudsopgave

Het werkstuk heeft een inhoudsopgave.

De inhoudsopgave zit meteen achter de kaft.

Hierin staat alles wat je in het werkstuk kunt vinden.

Tevens staan er de blz. bij waarop je het kunt vinden.

Niet vergeten!

Het werkstuk is netjes afgewerkt:

- Het werkstuk heeft dezelfde lay-out.

- In het werkstuk zitten plaatjes verwerkt

- De spellingen de zinsbouw van het werkstuk

kloppen.