Les 4: Dienstensector

1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je,
       maar laat deze dicht! 
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 
      Pak je leerboek en werkboek
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Deze les gaan we de laatste beroepssector bespreken:
De dienstensector, dit is de sector waar de meeste mensen in Nederland in werken. We leren wat deze sector inhoudt en welke beroepen hierbij horen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • kun je uitleggen wat de dienstensector inhoudt;
  • ken je een aantal beroepen uit de dienstensector;

Slide 4 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Vorige les

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Welke beroepen horen bij de dienstensector denk je?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig lezen
  • Zelfstandig lezen van de tekst op bladzijde 12 en 13 in je leerboek;
  • Markeer de woorden die jij belangrijk vindt;
  • Markeer de woorden die jij nog niet kent; 

Klaar: schrijf een samenvatting van deze paragraaf en gebruik hierin alle begrippen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Diensten - veel verschillen
De dienstensector is een term uit de economie en betekent dat mensen geld verdienen met het aanbieden van diensten. 

Er zijn verschillende diensten die je kunt verlenen. Bijvoorbeeld een loodgieter die iets repareert, een dokter die een patiënt helpt, een leraar die een leerling opleidt, de politie die de buurt in de gaten houdt. 

Verschil met de industrie is de dienstensector geen producten maakt die je beet kunt pakken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Diensten - veel verschillen
De meeste mensen in Nederland werken in de dienstensector. 
Er zijn veel verschillen in deze sector. 

De dienstensector is zo groot omdat:
- de andere sectoren kleiner zijn geworden;
- sommige diensten zijn meer nodig dan vroeger;
- nieuwe diensten die eerder nog niet bestonden;

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Diensten - veel verschillen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Diensten - voorzieningen
Kenmerken van voorzieningen:
- wel of geen baliefunctie;
- dagelijks bezoeken of gespecialiseerd;
- commercieel of niet-commercieel;

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Diensten - de plaats van diensten
De kenmerken van voorzieningen bepalen waar ze gevestigd zijn

• Dagelijkse voorzieningen met een baliefunctie:
 meer mensen = meer voorzieningen (bijv. een school of supermarkt)

• Specialistische voorzieningen zijn vaak bij elkaar gevestigd (meubelzaken(

  • Voorzieningen zonder baliefunctie: rondom grote wegen of stations, want de klant is geen belangrijke vestigingsreden (= reden om je ergens te vestigen) 





Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 2, 3 en 5 bladzijde 13 in je werkboek
timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting

Volgende les gaan we beginnen met hoofdstuk 3 


Slide 15 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  • ... 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

BEGRIPPEN UIT DEZE LES
...
...
...
...
...

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 
van de gedeelde map.

Slide 18 - Slide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Eerst dacht ik...,
nu denk ik...

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 24 - Poll

This item has no instructions