This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Opdrachten bij grammatica lessen 10 & 11
Slide 1 - Slide
Zet de volgende werkwoordsvormen om naar praesens. Houd daarbij persoon en getal onveranderd.
Let op! Er worden zowel perfectumvormen als imperfectumvormen gegeven.
Voorbeeld: respondit -> respondet
Slide 2 - Slide
iacebas
Slide 3 - Open question
vidimus
Slide 4 - Open question
dixistis
Slide 5 - Open question
aspiciebat
Slide 6 - Open question
inveniebam
Slide 7 - Open question
Zet de volgende werkwoordsvormen om naar perfectum. Houd daarbij persoon en getal onveranderd.
Let op! Er worden zowel praesensvormen als imperfectumvormen gegeven.
Let op! Kijk in de woordenlijsten bij tekst 10 en 11 of er van het werkwoord een onregelmatig perfectum bestaat. Zo niet; dan moet je een perfectumstam met een -v- maken.
Voorbeeld: vocat -> vocavit
Slide 8 - Slide
exspectat
Slide 9 - Open question
relinquebam
Slide 10 - Open question
complent
Slide 11 - Open question
vetas
Slide 12 - Open question
trahebamus
Slide 13 - Open question
Zet de volgende werkwoordsvormen om naar imperfectum. Houd daarbij persoon en getal onveranderd.
Let op! Er worden zowel praesensvormen als perfectumvormen gegeven.