. Schrijf over een goede vriend of vriendin uit je geboorteland.
Gebruik de volgende vragen:
Hoe heet hij of zij?
Hoe oud is hij of zij?
Hoe lang ken je hem of haar al?
Hoe heb je hem of haar leren kennen?
Wat deden jullie samen?
Heb je nu nog contact? Nee? Waarom niet? Ja? Hoe?