Saar NT2 - Valentijn


Valentijnsdag
De dag van de liefde
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Valentijnsdag
De dag van de liefde

Slide 1 - Slide

Liefde

Slide 2 - Mind map

Lieve woorden
VOORBEELDEN
Je bent een schat.              Goedemorgen, schatje!
Je bent een lieverd.            Dankjewel, lieverdje.
Je bent lief.


 Je bent mijn liefje.          Wat een.........schatje!

Slide 3 - Slide

Liefde voelen 
voor bijvoorbeeld je:
  • partner
  • kinderen
  • broertje / zusje
  • mama / papa
  • familie
  • vrienden            
  • huisdier




Zin:
De meisjes houden van dansen
Liefde

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat weet je over Valentijnsdag?

Slide 6 - Slide

Valentijnsdag

Slide 7 - Mind map

Valentijnsdag
Op deze dag vertellen mensen elkaar dat ze elkaar leuk vinden:

              Ik vind jou leuk.                  Ik ben verliefd op jou.
              Ik vind jou lief.
              
              Ik hou van jou. 
      Ze sturen elkaar kaartjes of geven elkaar een cadeau

Slide 8 - Slide

Verliefd op iemand zijn
Ik ben verliefd op jou.
Ik ben verliefd.
Ik ben niet snel verliefd.

Slide 9 - Slide

Zij is verliefd op hem.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Valentijnskaarten

Slide 12 - Slide

Voorbeelden Valentijnskaarten

Slide 13 - Slide

anoniem
= zonder naam
De Valentijnskaart is anoniem. 

Slide 14 - Slide

Waar komt 
Valentijn s dag
vandaan?
 

Slide 15 - Slide

Italië
De vorm van Italië lijkt op een laars.

Slide 16 - Slide

Priester
In Italië is een priester Valentijn. Hij is een goed mens. Hij helpt iedereen. Hij geeft aan alle mensen een bloem. Valentijn krijgt 
ruzie met de keizer. 
Hij komt in de gevangenis.

Slide 17 - Slide

de Keizer

Slide 18 - Slide

de gevangenis

Slide 19 - Slide

Vriend
In de gevangenis zijn de bewakers niet aardig. Eén bewaker is wel aardig. Hij wordt zijn vriend. De bewaker heeft een dochter die blind is. Valentijn wordt verliefd. Hij zorgt dat 
het meisje weer kan zien. Een wonder!

Slide 20 - Slide

de bewaker

Slide 21 - Slide

Liefdesbrief
Valentijn gaat dood op 14 februari. 
Vlak voor zijn dood schrijft hij een liefdesbrief aan de dochter van de bewaker. 

Op het briefje staat: 'van je Valentijn...'

En zo is Valentijnsdag ontstaan! 

Slide 22 - Slide


Quiz over Valentijn

Slide 23 - Slide

LessonUp
Ga naar: Google  
Vul in: lessonup.app 
Ga naar: Enter code
 (Niet: Lessonup/student)

Slide 24 - Slide

Let op: 
NIET op het kruisje X drukken. 

Slide 25 - Slide

Wat is het beroep van Valentijn?
A
priester
B
bakker
C
timmerman
D
leraar

Slide 26 - Quiz

Uit welk land komt Valentijn?
A
Amerika
B
Spanje
C
Italië
D
Nederland

Slide 27 - Quiz

Waarom moet Valentijn naar de gevangenis?
A
Hij is een dief.
B
Hij krijgt ruzie met de keizer.
C
Hij is verliefd.
D
Hij is een bewaker.

Slide 28 - Quiz

Wanneer gaat Valentijn dood?
A
14 april
B
14 maart
C
13 februari
D
14 februari

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide


Wat zie je allemaal op dit plaatje?  
Welke mensen?
Welke kleuren/ welke dingen / vormen etc.
Hoe voelt hij / zij zich? Waarom denk je dat? 

Slide 31 - Slide

Schrijf eerst 10 woorden/ zinnen op wat je ziet. Iedereen leest deze voor en ik schrijf ze op en wijs ze aan.
klassikaal vragen beantwoorden als
Wat zie je allemaal op deze plaat? Vertel er eens wat over? (voorstellingen/ kleuren/ voorwerpen/ vormen etc.)
Wat gebeurt er eerst? En wat gebeurt er dan? En dan?
Hoe voelt hij / zij zich? Waarom denk je dat? Of: waaraan zie je dat?
Hoe zou het komen dat..?
Vertel eens wat er zou gebeuren als..?



          
           Schrijf 10 woorden/ 5 zinnen op. 

                Wat zie je op dit plaatje?



Slide 32 - Slide

het meisje
de jongen

Slide 33 - Slide

het hart (je)

Slide 34 - Slide

  het cadeau              
  het cadeautje                             
                           

Slide 35 - Slide

de kaart       de envelop

Slide 36 - Slide

            het boeket  ( de bloemen)

Slide 37 - Slide

de engel

Slide 38 - Slide

1 ballon --->
2 ballonnen

Slide 39 - Slide

               Opdracht Valentijn

Geef complimenten. Bijvoorbeeld:


Ik vind ............leuk.                           ........... bent sportief.
Ik vind ........... slim.                           ............ hebt mooie kleren.
Ik vind ........... vrolijk.                       ............ hebt mooi haar. 
Ik vind ........... stoer (=cool).          ........... bent lief.
Ik vind ........... vriendelijk.               ........... bent aardig.
Ik vind ........... grappig.                     


Slide 40 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 41 - Mind map

Einde

Slide 42 - Slide