Je kunt een oordeel vormen over het verleden aan de hand van bronnen.
(You can form a judgment about the past based on sources.)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Jan Pieterszoon Coen (1587 – 1629)
Gouverneur van Indië (1618 - 1629);
Stichter van Batavia (Jakarta).
Dankzij hem had de VOC een handelsmonopolie in de 'Oost'.
Handelsmonopolie. Het recht om als enige handel te mogen drijven met een bepaald gebied.
Slide 9 - Slide
Banda-eilanden
Op Banda-eilanden tref je nootmuskaat aan.
Coen had een monopolie gecreëerd op nootmuskaat.
Hiermee kon JP Coen concurrentie voorkomen met de Portugezen.
Banda handelde alleen met Nederland!
Slide 10 - Slide
Enorme rijkdom
Zonder Coen geen specerijen en daarmee rijkdom voor de Republiek.
Toen Banda ook met Portugal ging handelde, liet Coen de Bandanezen uitmoorden.
Slide 11 - Slide
Samenwerkingsopdracht
In groepjes lees je de bronnen. Je formuleert in elk vakje in minimaal drie zinnen een antwoord. Als je daar klaar mee bent beantwoord je nog wat 'additional questions'. 10 minuten tijd.
Slide 12 - Slide
Bron 1 en 2:
Slide 13 - Slide
Bron 3 en 4
Slide 14 - Slide
Bron 5 en 6
Slide 15 - Slide
Bron 7 en 8
Slide 16 - Slide
Hoofdvraag: Is Coen een held of een schurk?
Verdient Coen een standbeeld of moet deze verwijderd worden?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Lesdoel
Je kunt uitleggen wat een handelsmonopolie is.
Je weet wat de VOC is.
Je weet wie Jan Pieterszoon Coen is en wat hij te maken heeft met de VOC.