Lodewijk de XIVe vond kunst heel belangrijk en hij lied verschillende academies oprichten:
Academies voor beeldende kunst / Academies voor dans / Academisch voor muziek.
Dit had voordelen:
1: Het niveau van de kunsten in Frankrijk werd zo steeds hoger, want de hiërarchie en selectie was groot
2: De academies waren overheidsinstellingen die konden bepalen wat er werd geschilderd, bijvoorbeeld meer propaganda. Dit vergrootte dan weer de macht van de koning.
3: Op zo'n academie was een strenge hiërarchie en concurrentie, waardoor de kunstenaars elkaars niveau omhoog brachten.
4: Alle leerlingen op de academie leerden dezelfde regels en technieken. Daardoor ontstond een duidelijk herkenbare stijl die in heel het koninkrijk te herkennen viel.