6.2 Populaties

6.2 Populaties
Je kantoepassen: populatie, populatiegrootte bepalen,  factoren die  de grootte van een populatie beïnvloeden, gezonde  populatie,  natuurbeheer (herintroductie)

Je kan beschrijven welke invloeden een populatie kunnen beïnvloeden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

6.2 Populaties
Je kantoepassen: populatie, populatiegrootte bepalen,  factoren die  de grootte van een populatie beïnvloeden, gezonde  populatie,  natuurbeheer (herintroductie)

Je kan beschrijven welke invloeden een populatie kunnen beïnvloeden

Slide 1 - Slide

populatie
Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een bepaalde plaats leven en met elkaar interageren.

Factoren zoals predatie, competitie, schaarste aan kritische hulpbronnen (o.a draagkracht van een gebied), etc. verhinderen een ongelimiteerde exponentiële toename in populatiegrootte. 

Slide 2 - Slide

In 2015 vindt er geen populatie groei meer plaats.
Wat zou de beperkende factor kunnen zijn?

Slide 3 - Slide

Hoe bepaal je de populatie  grootte?
tellen (handig bij grote individuen, kleine aantallen, niet zo beweeglijk)
schatten (bij grote getallen, beweeglijke dieren of schuwe dieren)
steekproef van een klein gedeelte van het gebied
(mits dit een representatief gedeelte is!)
vangen  ( merken, terugzetten) en terugvangen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

De voorwaarden vangen en terugvangen 
- geen sterfte of geboorte
- geen emigratie of immigratie
- dieren moeten de kans krijgen zich weer te mengen
- dieren die gevangen zijn moeten een even grote kans hebben 
   weer gevangen te worden
- het merkje moet blijven zitten en geen nadeel geven

Slide 6 - Slide

vangen,
merken, terugzetten en terugvangen

Slide 7 - Slide

populatie grootte = N
eerste keer vangen en merken = N1
 totaal dieren 2e keer gevangen = N2
gemerkte dieren 2e keer gevangen = N3
N = N1 x N2
              N3

Slide 8 - Slide

Populatie= (Geboorte + Immigratie) - (Sterfte + Emigratie)

Slide 9 - Slide

Belangrijk voor een gezonde populatie is dat er voldoende genetische diversiteit is. 

Kleine populatie ->  Inteelt -> weinig genetische diversiteit
Een kleine populatie is kwetsbaar.

Slide 10 - Slide

Een populatie met een grote genetische diversiteit heeft veel verschillende soorten genen en daardoor ook veel variatie in de eigenschappen van de individuen van deze populatie.

Handig voor het voortbestaan van deze populatie ten tijde van:
droogte, roofdieren, kou, voedseltekorten, virusinfecties....
Er zijn dan vast wel individuen die dit overleven en zorgen dat de populatie blijft bestaan in dit gebied.



Slide 11 - Slide

natuurbeheer
Doordat Nederland een dichtbevolkt gebied is heeft er versnippering van natuurgebieden plaatsgevonden.




In Nederland is veel bebouwing en er is een netwerk van wegen.
De natuurgebieden zijn vaak klein en niet verbonden met elkaar.
Als confetti over het land verspreid.

Slide 12 - Slide

Natuurnetwerk Nederland (Drenthe)

verbindingen tussen natuurgebieden maakt
uitwisseling van dieren mogelijk.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

1907 Wild zwijn (voor de jacht)
1969 ooievaar
1969 raaf
1988 bever
2002 otter
2007 wisent
2012 steur

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

11x

Slide 17 - Slide

Er worden 10 schildpadden gevangen, gemerkt met een rode stip verf en weer losgelaten.
Bij het terugvangen vang je weer 10 schildpadden waarvan er 4 gemerkt zijn. Hoe groot is de populatie?
A
20
B
25
C
14
D
24

Slide 18 - Quiz

Welke grafiek is een juiste weergave van de populatiegroei van een invasieve exoot? 
Sleep het kader in de juiste grafiek 
Invasieve exoot

Slide 19 - Drag question

Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle konijnen op Schiermonnikoog
B
Beplanting van een naaldbos
C
Alle organismen in een vijver
D
Leeuwin met haar welpen op de savanne

Slide 20 - Quiz

Is deze populatie
in evenwicht?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Wat is waar over een populatie?
A
Kan uit individuen van verschillende soorten bestaan
B
bevat individuen die zich onderling kunnen voortplanten
C
is genetisch identiek
D
is hetzelfde als een ras

Slide 22 - Quiz

Orden de organisatieniveau's van klein naar groot
molecuul
orgaanstelsel
biosfeer
populatie
ecosysteem
weefsel
organisme
cel
levensgemeenschap
organel
orgaan

Slide 23 - Drag question

Factoren die van invloed zijn op de populatiedichtheid kunnen op hun beurt weer van de populatiedichtheid afhankelijk zijn (en daardoor de populatiedichtheid regelen).
Sleep de factoren naar de juiste categorie.
dichtheidsafhankelijke factoren
dichtheidsonafhankelijke factoren
ziekte
sneeuwval
concurrentie
overstroming
parasitisme
temperatuur
voedselrelaties

Slide 24 - Drag question

Zie de afbeelding hiernaast.
Wat is er weergegeven en waarom worden deze constructies vaker toegepast?
A
aquaduct - om het scheepvaart verkeer te stimuleren
B
aquaduct - om meer meertjes onderlingt te verbinden
C
ecoduct - ter voorkoming van versnippering
D
ecoduct - ter verkleining van de biodiversiteit

Slide 25 - Quiz

Katten laten zich een tweede keer minder goed vangen.
Is de populatie groter of kleiner dan je berekening?
A
groter
B
kleiner
C
dan maakt niet uit

Slide 26 - Quiz

Een tolerantiegebied geeft het volgende aan?
A
Hoeveelheid aan organisme dat overleeft (y) beperkende factor (x)
B
Beperkende factor (y) hoeveelheid aan organisme dat overleeft (x)
C
Hoeveel dieren die sterfen (Y) De tollerantie (x)
D
De tollerantie (y) Hoeveel dieren die sterfen (x)

Slide 27 - Quiz

Hoe kun je biodiversiteit vergroten?
A
overal een climax ecosysteem laten ontstaan
B
variatie in het landschap aanbrengen
C
het land versnipperen
D
veel kleine natuurgebieden maken

Slide 28 - Quiz

dus!  in het Oekraïens= Так !
zal de laatste tijd wel veel gezegd worden

Je kan nu toepassen: populatie, populatiegrootte bepalen,  factoren die  de grootte van een populatie beïnvloeden, gezonde  populatie,  natuurbeheer (herintroductie)

Je kan nu beschrijven welke invloeden een populatie kunnen beïnvloeden

Slide 29 - Slide