This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Huiswerk maken paragraaf 3.5
Uitleg en maken 3.6
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke kosten er bij verschillende soorten vervoer zijn
Slide 2 - Slide
3.6 Kosten van vervoer
Slide 3 - Slide
Wat zijn de kosten van vervoer?
Slide 4 - Slide
Benzinekosten
Deze kosten zijn afhankelijk van het gebruik. Het zijn gebruikskosten.
Deze kosten horen in je budgetplan bij de dagelijkse uitgaven.
Onderhoudskosten
Deze kosten zijn afhankelijk van het gebruik. Het zijn gebruikskosten.
Verzekeringspremie
Je bent verplicht een WA brommerverzekering af te sluiten. Deze kosten horen bij je vaste lasten. Het zijn vaste kosten.
Waardevermindering
Door het gebruik neemt de waarde van de scooter af. De scooter is niet meer waard wat je ervoor hebt betaald. Wanneer je de scooter verkoopt en er nog geld voor krijgt, heeft de scooter nog wel restwaarde.
De waardevermindering - derestwaarde moet je maandelijks reserveren voor vervanging. Dit hoort dan in je budgetplan bij de incidentele uitgaven.
Voor een auto betaal je motorrijtuigenbelasting. Hoeveel belasting je betaalt is afhankelijk van het gewicht van de auto en de brandstof (diesel of benzine, gas, electriciteit).
Een verzekering die de kosten dekt wanneer je schade veroorzaakt.
APK
Algemene periodieke keuring (APK). Dit is een verplichte keuring. Zonder geldige APK mag je met je auto niet de weg op.
Slide 6 - Slide
Kosten per kilometer berekenen
de totale kosten per periode berekenen
het aantal gereden kilometers in dezelfde periode berekenen
kosten per kilometer= totale kosten/ het aantal kilometers
Slide 7 - Slide
Johan rijdt op de scooter naar school en naar zijn bijbaantje. Hij rijdt jaarlijks ca. 6.000 km. De onderhoudskosten zijn 150 euro per jaar. De benzine kost 1250 euro per jaar. De vaste kosten zijn 300 euro per jaar. Hoeveel kost de scooter in totaal per kilometer?
Slide 8 - Open question
De benzinekosten van een auto horen bij de
A
vaste kosten
B
gebruikskosten
Slide 9 - Quiz
Benzinekosten horen in je budgetplan bij de
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven
Slide 10 - Quiz
De WA-verzekering van je auto hoort in je budgetplan bij de
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven
Slide 11 - Quiz
De kosten van een auto zijn vooral hoger dan de kosten van andere vormen van vervoer door
Slide 12 - Open question
Wanneer je geld leent om een auto te kopen, hoort de termijn van je lening bij de
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven
Slide 13 - Quiz
Huiswerk
Maken 3.6 en rekentrainer 3.5 en 3.6
Maken paragraaf 3.5 1,3,7,8 en 10
Maken paragraaf 3.6 1,3,4,9,10 en 11
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke kosten er bij verschillende soorten vervoer zijn