Herhaling Spreken en Spelling

Herhaling lesstof Spreken en Spelling
  • Hoe gaat het?
  • Beter Spellen
  • Standpunt/argument (De horeca moet weer open (eens/oneens), want.......(onderbouwde argumenten)
  • Herhaling vorige les? Waar hebben we het over gehad, wat weet je nog? 
  • Spelling: alles door elkaar
  • Afsluiting les
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling lesstof Spreken en Spelling
  • Hoe gaat het?
  • Beter Spellen
  • Standpunt/argument (De horeca moet weer open (eens/oneens), want.......(onderbouwde argumenten)
  • Herhaling vorige les? Waar hebben we het over gehad, wat weet je nog? 
  • Spelling: alles door elkaar
  • Afsluiting les

Slide 1 - Slide

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 2 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij heeft de boel belazerd
B
hij heeft de boel belazert

Slide 3 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 4 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 5 - Quiz


De afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
café's
B
cafés

Slide 7 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van: buggy?
A
Buggies
B
Buggys
C
Buggy's
D
Bugs

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
vakanties
B
vakantie's

Slide 9 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van
bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën
C
bacterien
D
bacterieen

Slide 10 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van "olie"
A
Olies
B
Olieën
C
Olieen
D
Oliën

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
programma's
B
programmas

Slide 12 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van fantasie?
A
fantasies
B
fantasieën
C
fantasiën
D
fantasietjes

Slide 13 - Quiz

Welke twee woorden moet je aan elkaar schrijven?
Het weer bericht voor morgen luidt; laaghangende bewolking, waar veel neerslag uit zal komen.
A
weer bericht
B
laaghangende bewolking
C
waar veel

Slide 14 - Quiz

Welke twee woorden moet je aan elkaar schrijven?
Een daverend applaus barstte los vlak nadat de beroemde pianist het slot akkoord aansloeg.
A
daverend applaus
B
barstte los
C
slot akkoord

Slide 15 - Quiz

Aaneenschrijven of niet?
A
spoorweg overgang
B
spoorwegovergang

Slide 16 - Quiz

Welke twee woorden moet je aan elkaar schrijven?
Volgens de ANWB is links rijden in Engeland niet zo moeilijk ook al ben je gewend aan de rechter
kant van de weg te rijden.
A
links rijden
B
ook al
C
rechter kant

Slide 17 - Quiz

Afsluiting
Welke onderdelen hebben we nu geoefend?
Hoe ging het? Ken je de regels?

Huiswerk: verder werken aan de presentatie. Zijn daar nog vragen over?

Slide 18 - Slide