8e cours (B - La routine du weekend)

le mercredi, 22 novembre
Planning du jour
La routine du weekend
Focusleren + overhoring voca A 
Français en classe
Au travail
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

le mercredi, 22 novembre
Planning du jour
La routine du weekend
Focusleren + overhoring voca A 
Français en classe
Au travail

Slide 1 - Slide

Focusleren
Ga naar de klassenquizlet
chap2 voca A/B

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Overhoring voca A

Slide 3 - Slide

Français en classe
  • Qui est ton/ta meilleur(e) ami(e)?
  • Mon meilleur ami / ma meilleure amie c'est ..

  • Pourquoi c'est ton/ta meilleur(e) ami(e)?
drôle / gentil / sportif / me comprend bien

  • Qu'est-ce que tu fais le weekend ?
  • Le matin, je bois un café et je regarde YT.
  • L'après-midi, je joue à la console.
  • Le soir, je regarde des séries sur internet.





timer
5:00

Slide 4 - Slide

La routine du matin
*On va regarder la vidéo "ma routine du matin" 
*Exercice A 



Slide 5 - Slide

Ma routine du weekend

Slide 6 - Slide

Ma routine du weekend
Faire: 

Slide 7 - Slide

Test: L'ennui, tu connais?
  • Ben jij gauw verveeld? 
  • Ideeën voor als je je verveeld voelt?  


L'ennui

Slide 8 - Slide

Test: L'ennui, tu connais?
tu avais
malheureux
le choix 
le métier
le silence
réfléchir
une réunion de famille
seul(e) 
les devoirs 
fréquence     rentrer     tranquillement    beaucoup   




Je connais
Je ne connais pas
timer
4:00

Slide 9 - Slide

Test: L'ennui, tu connais?
  • tu avais* - jij had 
  • malheureux* - ongelukkig
  • le métier* - het beroep 
  • seul(e)* - alleen
  • rentrer* - thuiskomen     


! Samen 'test / quiz' lezen

Slide 10 - Slide

Au travail
Page: soixante-deux / soixante-trois 
8 - Bekijk de plaatjes en beantwoord de vraag.

9b - Lees de tekst. Beantwoord in het Nederlands. 
9c - Lees de quiz 'l'ennui tu connais' globaal en combineer de vragen met de Nederlandse vertaling.
9e - Lees de resultaten van de quiz. Beantwoord in het Nederlands. 
9f - Lees de citaat en beantwoord in het Nederlands. 

10a - Lees de zinnen en vertaal de onderstreepte woorden.
10b - Vertaal de woorden in het Frans. Gebruik de onderstaande letters. 

Slide 11 - Slide