C1 LIFO U3 Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Lunes , 25 de noviembre de 2024
1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Lunes , 25 de noviembre de 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday
  2. Objetivos de la unidad 3.
  3. Repasamos. Regelmatige werkwoorden
  4. Gramática Unidad 3. 
  5.  ¡A trabajar!
  6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- ik kan over mijn familie vertellen
- ik kan klokkijken 
- ik kan zeggen hoe laat iets is 
- ik kan de bezittelijke naamwoorden gebruiken
- ik kan de regelmatige w.w op ar/er/ir in de juiste persoon vervoegen


Slide 3 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- ik kan iemand voorstellen en iets over diegene vertellen
- ik ken de benoemingen van familieleden
- ik kan het ww tener vervoegen
- ik kan de regelmatige w.w op ar/er/ir in de juiste persoon vervoegen
- ik kan de de bezittelijke naamwoorden gebruiken in het Spaans
- ik kan vertellen van hoe laat tot hoe laat ik les heb / een welk vak ik heb
- ik kan met iemand afspreken/zeggen hoe laat iets is

Slide 4 - Slide

Unidad 3 Gramática
1. De presente van regelmatige werkwoorden
2. Het werkwoord "tener"
3. Bezittelijke voornaamwoorden.
4. Klokkijken

Slide 5 - Slide

Unidad 3 Gramática
1. De presente van de regelmatige werkwoorden
    HABLAR
    COMER
    VIVIR

Slide 6 - Slide

LET OP! persoonlijke vnw - los pronombres
yo                                   (ik)
tú                                    (jij)
él/ella/usted              (hij/zij/u)
nosotros/nosotras  (wij)
vosotros/vosotras    (jullie)
ellos/ellas/ustedes   (zij m/zij v/ u mv)

In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er niet bij te staan. Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.

Slide 7 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden

(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                Ana/ La chica / El señor Perez / Mi madre/El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria/Mis abuelos

Slide 8 - Slide

Verbos regulares en presente

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten)?

Slide 11 - Open question

Wat is de stam van hablar/comer/vivir?

Slide 12 - Open question

Op welke letter eindigt de eerste persoonsvorm (yo)?

Slide 13 - Open question

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten) in de eerste persoon meervoud (nosotros/as)?

Slide 14 - Open question

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten) in de tweede persoon meervoud (vosotros/as)?

Slide 15 - Open question

yo
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende 
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son

Slide 16 - Drag question

Nosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís

Slide 17 - Quiz

Vosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís

Slide 18 - Quiz

Usted ......................(vivir) en Dordrecht
A
vivas
B
vive
C
vivis
D
vivéis

Slide 19 - Quiz

Vosotros ......................(vivir) en Dordrecht
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis

Slide 20 - Quiz

Nosotros...........(hablar) español.

Slide 21 - Open question

hablar, tú

Slide 22 - Open question

comer, ella

Slide 23 - Open question

comer, ellas

Slide 24 - Open question

cantar, Carmen y yo

Slide 25 - Open question

vender, Paco y tú

Slide 26 - Open question

María y José (vivir)

Slide 27 - Open question

comer, ustedes

Slide 28 - Open question

hablar, vosotros

Slide 29 - Open question

¿Quieres practicar más?
Wil je meer oefenen? 


Slide 30 - Slide

Leren vervoegen met VERBUGA 
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Verplichte opdrachten:
Papierenboek U3 Gramática:
Opdracht 1 t/m 2
bestudeer tener en de bezittelijke voornaamwoorden

Si terminas/Als je klaar bent?
verbuga oefenen
Woorden leren unidad 3 
Frases claves unidad 3



Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
TB U3 Gramática
Opdracht 4

(herhaling)
WB U3 Gramática
Digitaalboek HW U3 Gramática. 
Opdracht 1 t/m 3


Slide 32 - Slide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 34 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 35 - Open question