This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deze (KORTE) les
Terugblik doelen vorige lessen.
Voorbereiden op de toets.
Opdrachten maken.
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd?
Slide 1 - Slide
Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de online les.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.
Gebruik daar zowel je voor als achternaam.
Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
Zit je in het lokaal dan hoef je niet naar teams maar moet je wel naar lessonup.
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Welke vragen waren lastig?
B6 en B8 Huiswerk gemaakt? (DENK AAN DE EXTRA PUNT)
Welke vragen waren "lastig"? We bespreken vraag 3, 8, 10 en 5 nog even klassikaal.
Problemen met de andere vragen
Dan help ik je individueel tijdens het maken van de opdrachten.
Slide 3 - Slide
De leerdoelen voor deze week.
Alle leerdoelen van thema 5 van de afgelopen weken.
Slide 4 - Slide
Leerdoelen:
Alle leerdoelen van thema 5 van de afgelopen weken.
Kun je bereiken door:
Te maken: -Samenhang opdracht 1 t/m 5
-Afsluiting 1 t/m 15 (havo) of 18 (vwo)
-De tekst te bestuderen en de lessonups nog een keer te bekijken.
-Te oefenen met de flitskaarten bij de afsluiting en met biologiepagina.nl
Vragen te stellen als je iets nog niet snapt
Na afloop nog 9 vragen via lessonup, zorg dat je op tijd klaar zit en mee doet.
Sven trapt in een punaise. In een reflex trekt hij zijn been op, nog voordat hij pijn voelt. Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist? Stelling 1: De impulsen van deze reflex verlopen via schakelcellen in de grote hersenen. Stelling 2: De impulsen van deze reflex verlopen via schakelcellen in het ruggenmerg.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 8 - Quiz
In de afbeelding is de bloedsuikerspiegel van een mens in zes perioden weergegeven.
In welke perioden wordt het verloop van de grafiek veroorzaakt door de productie van insuline?
A
In periode 1 en 6
B
In periode 2 en 4.
C
In periode 3 en 5
D
alle periodes
Slide 9 - Quiz
Pierre valt hard met zijn fiets. Eerst doet zijn knie vreselijk pijn, maar al snel wordt die pijn minder.
Door welk verschijnsel wordt de pijn minder?
A
Afnemende motivatie
B
Gewenning
C
Verdoving
D
Waarnemen
Slide 10 - Quiz
Teun gaat de badkamer binnen. In de badkamer is het donker. Hij tast de muur af en vindt een lichtschakelaar. Hij doet het licht aan. Hij kan in de spiegel de pupilreflex van zijn ogen zien.
Welke verandering ziet Teun in zijn ogen? En door welke spieren wordt deze verandering veroorzaakt?
A
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris.
B
Zijn pupillen worden groter. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.
C
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren in de iris
D
Zijn pupillen worden kleiner. Dit wordt veroorzaakt door de spieren van de lens.