Herhaling Thema 13

Herhaling Thema 13
Markeer in je boek de belangrijkste dingen
Zet neer of je de leerdoel begrijpt/ niet begrijpt 
We gaan weer per leerdoel alles bijlange
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling Thema 13
Markeer in je boek de belangrijkste dingen
Zet neer of je de leerdoel begrijpt/ niet begrijpt 
We gaan weer per leerdoel alles bijlange

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inwendig en uitwendig milieu
  • Inwendig milieu: Weefselvloeistof en bloedplasma
  • Uitwendig milieu: Alles wat geen weefselvloeistof en bloedplasma is. Dus wél: lucht in je longen, darminhoud, maaginhoud 

Het inwendige milieu wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

13.1.1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

13.1.1

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen huid
13.2.1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Regeling lichaamstemperatuur
37 graden Celsius
Warmer? Bloedvaten wijder, veel zweetproductie
Kouder? Bloedvaten nauwer, weinig zweetproductie
Te koud? trillen om warmer te worden

Bij zoogdieren: isolatie lucht tussen haren
Kippenvel: Luchtlaagje wordt dikker door
recht opstaande haren/veren
13.2.2

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel
13.3.1

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Neusholte en mondholte
13.3.1

Slide 7 - Slide

De functie van het slijmvlies: verwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht. 
Functie neusharen: grote stofdeeltjes kunnen hierin blijven hangen.
13.3.1

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rib ademhaling (borstademhaling)
 De ribben zitten aan de wervelkolom en borstbeen vast door gewrichten en kraakbeen.
 Hierdoor kunnen de ribben bewegen.

 Inademen:  ribben + borstbeen omhoog = borstholte wordt groter.

 Uitademen: ribben + borstbeen omlaag = borstholte wordt kleiner.






13.4.1

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Buikademhaling
Middenrif trekt samen, gaat naar beneden, borstholte wordt groter en zuigen lucht naar binnen

Bij rustige ademhaling is het borst+buik ademhaling
13.4.1

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Astma
  • Bij astma zijn de bronchiën ontstoken

  • Spiertjes in de luchtwegen trekken samen bij een astma-aanval. 
13.5.1

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hooikoorts
  • Hooikoorts is een allergie
  • Allergie = overgevoelig voor bepaalde stoffen
  • Bij hooikoorts heb je een allergie voor stuifmeelkorrels

Wat gebeurt er allemaal als je hooikoorts hebt?
13.5.1

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

COPD
In deze video hieronder wordt COPD heel duidelijk uitgelegd 

https://www.longfonds.nl/copd/alles-over-copd/wat-is-copd
13.5.1

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lomgemfyseem
13.5.1

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tuberculose
Tuberculose (tbc) wordt veroorzaakt door een bacterie
De tuberculosebacterie komt het lichaam binnen via de longen en verspreidt zich door het lichaam met het bloed.

Komt door gebruik van antibiotica nauwelijks meer voor in Nederland.
13.5.1

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Longen (zoogdieren)
Warmbloeding
13.6.1

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Huid (amfibieën) 
Koudbloedig
minder zuurstof nodig dan warmbloedig
Halen OOK adem met hun huid
Dus hun longen zijn nog eenvoudiger 
dan die van de reptielen
13.6.1

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vissen
  • Kieuwen om zuurstof uit het water te halen
  • Via bek naar binnen, via kieuwdeksel weer naar buiten
  • Kieuwen bestaan uit kieuwboog, kieuwplaatje en kieuwlamel
  • Netwerk van bloedvaten waar zuurstof in opgenomen kan worden
13.6.1

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tracheeën (insecten)
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.

  • De tracheeën hebben een opening aan de zijkant van het lichaam= Stigma's
13.6.1

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Functies lever
  • Glucosegehalte bloed constant houden
  • Voedingsstoffen bewerken
  • Gal produceren  
  • Afvalstoffen afbreken 
  • Eiwitten afbreken
  • Gifstoffen afbreken
13.7.1

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Regeling glucose gehalte in het bloed
Wanneer te veel glucose -->
<--Wanneer te weinig glucose
13.7.1

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De onderdelen van je nieren en urinewegen
Een nier bestaat uit:
het nierschors, niermerg 
en de nierbekken.
In je nierschors wordt je bloed 
gefilterd, vervolgens gaat het via 
het niermerg naar je nierbekken
en naar je urineleiders
13.7.2

Slide 22 - Slide

This item has no instructions