Les 17 13-12-2024 die Artikel

les 17 13-12-2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

les 17 13-12-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie wir zusammen arbeiten
  • Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, laptop

  • We praten zoveel mogelijk in het Duits

  • We luisteren naar elkaar

  • Bij vragen steken we ons arm omhoog





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lessonup
klascode
 gkqdg







Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lernziele
- Du kennst die Deutschen Artikel (lidwoorden)
- Du erkennst deutsche Weihnachtslieder.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?
- Übungen mit den Artikeln.
-Abschliessen für den Weihnachtsferien.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Probeer in het Duits te vertellen wanneer je geboren bent. De maanden zijn:
Lees de grammatica door op bladzijde 80.

Beispiel:
Ich bin geboren am ersten (1.) Januar neunzehnhundertsiebzig (1-1-1970)

Januar, Februar, März, April, Mai, Juni, Juli, August, September, Oktober, November, Dezember.


timer
2:30

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lidwoorden
  • Wat zijn lidwoorden?

  • Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

DE LIDWOORDEN
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
Het lidwoord van het meervoud is altijd die

ein (een) is een onbepaald lidwoord

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mannelijke woorden
Lidwoord = der

Hoofdregels:


1. Mannelijke personen 
der Vater, der Opa
2. Mannelijke dieren
der Stier, der Bär
3. Mannelijke beroepen
der Lehrer, der Pilot
4. Maanden, dagen, seizoenen
der Januar, der Montag, der Sommer

Slide 10 - Slide

Geef ook voorbeelden uit de woordenlijst.
der Lehrer

Vrouwelijke woorden
Lidwoord = die

Hoofdregels:


1. Vrouwelijke personen
die Mutter, die Schwester
2. Vrouwelijke dieren
die Bärin, die Kuh
3. Vrouwelijke beroepen (eindigen vaak op -in)
die Lehrerin, die Friseurin
4. Woorden die eindigen op -e
die Adresse, die Schule
5. Woorden die eindigen op -heit, 
-keit, -schaft, - ung, -ion. 
die Einheit, die Freundlichkeit, die Freundschaft, die Wohnung, die Information

Slide 11 - Slide

Voorbeelden uit de leerlijst:
die Schule (eindigt op -e)
Onzijdige woorden
Lidwoord = das

Hoofdregels:


1. "het-woorden" in het Nederlands
das Hotel, das Buch
2. Verkleinwoorden op -chen
das Mädchen
3. Verkleinwoorden op -lein
das Fraulein

Slide 12 - Slide

Voorbeelden uit de leerlijst:
das Heft (het schrift)
das Gymnasium 
Welcher Artikel?
blau = männlich
rot = weiblich
grün = sachlich

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgaben besprechen
K2, Teil C, Aufgabe 12, 13, 14, Seiten 54-55
K2, Teil D, Aufgabe 20 (der 13. Geburtstag), Seite 59

K3, Teil A, Aufgabe 4, Seite 85
K3, Teil B, Aufgabe 6, Seite 87 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Weihnachtsbingo
je hoort een kerstliedje in het Duits. 
Streep deze af op je bingokaart. Bingo bij:
1.  bovenste horizontale rij
2. rechtste verticale rij
3. hele kaart

Foute bingo, dan tot 10 tellen in het Duits voor de klas.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgaben
Keine,

Weihnachtsferien

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Auf Wiedersehen 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions