What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
het onregelmatige werkwoord être
het werkwoord in het Frans
- regelmatige werkwoorden
&
- onregelmatige werkwoord
Wie zijn ze, hoe werken ze, hoe leer ik ze?
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Frans
Secundair onderwijs
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
het werkwoord in het Frans
- regelmatige werkwoorden
&
- onregelmatige werkwoord
Wie zijn ze, hoe werken ze, hoe leer ik ze?
Slide 1 - Slide
Wat weet je al? Herhaling!
De
regelmatige
werkwoorden op -ER
rigol
er
, parl
er
, ...
Je
parl
e
français.
Tu
rigol
es
pendant le cours d'anglais.
Il
aim
e
les maths.
(Chapitre 2, bron D)
Slide 2 - Slide
Hoe maak je het rijtje van de regelmatige werkwoorden op -ER?
Kijk nog eens goed naar deze vormen:
Je parle (parler)
Tu rigoles (rigoler)
timer
1:00
A
1. haal -ER af van het hele werkwoord.
B
1. haal -ER af van hele werkwoord (=stam). 2. voeg uitgang toe.
C
Er zijn geen regels vorm, ik moet de vormen uit mijn hoofd knallen!
Slide 3 - Quiz
Regelmatige wkw op -ER
1. haal -ER af van hele wkw: parler-ER ->
stam
is parl-
2. voeg de
persoonsuitgang
toe:
je parl+e nous parl+ons
tu parl+es vous parl+ez
il/elle/on parl+e ils/elles parl+ent
Slide 4 - Slide
Bekijk dit aandachtig
en leer het (opnieuw?) vanbuiten
(vraag jezelf af, schrijf het op, ...)
1. haal -ER af van hele wkw: parler-ER ->
stam
is parl-
2. voeg de
persoonsuitgang
toe:
je parl+e nous parl+ons
tu parl+es vous parl+ez
il/elle/on parl+e ils/elles parl+ent
timer
3:00
Slide 5 - Slide
En nu toepassen:
Zet het wkw in de juiste vorm:
aimer (houden van): nous ...
timer
0:30
Slide 6 - Open question
En nu toepassen:
Zet het wkw in de juiste vorm:
rigoler (lachen): ils ...
timer
0:30
Slide 7 - Open question
Wat leren we vandaag?
Je
suis
un élève du Stella Maris College.
Tu
es
en quatrième.
Il
est
à la cantine.
= Het onregelmatige werkwoord
être
Chapitre 3 bron D
Slide 8 - Slide
Het onregelmatige wkw être (zijn)
LEER DIT RIJTJE VANBUITEN - ER ZIJN GÉÉN REGELS !
Je suis Nous sommes
Tu es Vous êtes
Il/Elle/On est Ils/elles sont
timer
3:00
Slide 9 - Slide
En nu toepassen:
Welke vorm van être past op de lege plek in de zin
Hannah ..... une fille sérieuse.
timer
0:30
A
sommes
B
es
C
est
Slide 10 - Quiz
En nu toepassen:
Welke vorm van être past op de lege plek in de zin
Pierre et Yves ... dans la classe.
timer
0:30
A
sont
B
sommes
C
est
Slide 11 - Quiz
En nu toepassen:
Welke vorm van être past op de lege plek in de zin
Madame Janssens, vous ... la prof.
timer
0:30
A
est
B
êtes
C
es
Slide 12 - Quiz
Vul nu zelf de juiste vorm van être in de zin in:
Lena et Katia ... au collège.
Slide 13 - Open question
Vul nu zelf de juiste vorm van être in de zin in:
Je ... l'élève préféré de Madame Janssens
Slide 14 - Open question
Aan de slag in het boek
Maak
per 2
volgende opdrachten:
p. 111 ex. 16d + 16e
p.112 ex. 17b
Stel vragen wanneer je iets niet snapt!
Wat niet af is, is huiswerk!
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Huiswerk voor volgende les
- donderdag 18/01 6e uur -
Herhalen / leren:
woordjes A+B
kloktijden (B)
Zinnen C
Être D
Slide 16 - Slide
More lessons like this
P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden
May 2024
- Lesson with
41 slides
4 Chapitre 1B Parler-Imparfait
October 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Enseignement Secondaire
passe compose
January 2022
- Lesson with
15 slides
Verleden tijd - passé composé
March 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Lager onderwijs
Le futur proche et le passé récent
October 2020
- Lesson with
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Regelm. ww op -er présent + p.c.
January 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Les 4 verbes de base: avoir, être, faire, aller (5 tijden)
March 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Passé composé
May 2023
- Lesson with
10 slides
Frans
Lager onderwijs