What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Examentraining 5H
Examen
Trainen
Trainen
Trainen
alle examens en antwoorden staan op examenblad.nl
1 / 54
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
54 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Examen
Trainen
Trainen
Trainen
alle examens en antwoorden staan op examenblad.nl
Slide 1 - Slide
Valkuilen:
1. Verschil verklaring - voorbeeld - vergelijking
2. Verschil vat samen - leg uit
Slide 2 - Slide
ALTIJD
VOORAF
: TITEL, INLEIDING EN SLOT
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Strategie 2: globaal lezen
1. titel (onderwerp)
2. plaatjes
3. inleiding (hoofdgedachte)
4. slot
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Strategie 8: Gebruik het citaat
Slide 15 - Slide
test kennis examenbegrippen
Slide 16 - Slide
Vergelijking
A
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
B
net als, zoals, evenals, vergeleken met
C
als, indien, wanneer, in het geval, mits
D
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
Slide 17 - Quiz
om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe, teneinde, met als doel
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die andere argumenten verdedigen
C
Doel / middel
D
Conclusie
Slide 18 - Quiz
kortom, samenvattend, samengevat, met andere woorden, al met al
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die horen bij andere argumenten
C
Doel / middel
D
Samenvatting
Slide 19 - Quiz
Aanbeveling
A
de schrijver beschrijft hoe een bepaalde theorie in de praktijk wordt toegepast
B
de schrijver geeft aan wat hij wil bereiken
C
de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is
D
de schrijver komt tot een goede raad of advies, meestal aan einde artikel
Slide 20 - Quiz
Constatering
A
de schrijver verkondigt zijn mening (Stelling)
B
de schrijver geeft, op het eind van een tekst of tekstgedeelte, in het kort het belangrijkste weer
C
de schrijver stelt iets vast, merkt iets op
D
omstandigheid die de schrijver ertoe beweegt zijn tekst te schrijven
Slide 21 - Quiz
Verklaring
A
de schrijver geeft antwoord op een eerder gestelde vraag
B
de schrijver stelt, meestal in de inleiding, de hoofdvraag die hij in de rest van zijn artikel wil beantwoorden
C
de schrijver legt uit hoe een bepaald verschijnsel is ontstaan
D
de schrijver geeft voorbeelden of nadere uitleg om zijn opvattingen te verduidelijken
Slide 22 - Quiz
Toelichting
A
de schrijver geeft voorbeelden of nadere uitleg om zijn opvattingen te verduidelijken
B
de schrijver ontkent de juistheid van een bewering
C
de schrijver geeft de voornaamste kenmerken van een verschijnsel ontstaan
D
de schrijver geeft aan waardoor iets geworden is zoals het is
Slide 23 - Quiz
Wat is een vooronderstelling?
A
Een hypothese, opvatting die je nog moet bewijzen.
B
Een discriminerende opmerking.
C
Een bedenking of bezwaar.
D
Voorafgaande beperking. Wat eerst moet gebeuren.
Slide 24 - Quiz
De schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is.
A
Uitwerking
B
Weerlegging / tegenargument
C
Bewering
D
Conclusie
Slide 25 - Quiz
De schrijver probeert de juistheid van een stelling of theorie aan te tonen met feiten.
A
Bewijs(voering)
B
Tegenwerping / tegenargument
C
Theorie
D
Argument
Slide 26 - Quiz
De schrijver geeft aan waarom hij iets vindt.
A
Gevolgen
B
Toepassing
C
Bewering
D
Argument
Slide 27 - Quiz
Argumentatie
Slide 28 - Slide
Standpunt of argument?
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn, mogen ze niet meer in het centrum komen.
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn is een ...
A
standpunt
B
argument
Slide 29 - Quiz
Deze argumentatie is ...
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
D
samengesteld
Slide 30 - Quiz
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onder-schikkende argumentatie
Slide 31 - Quiz
Wat is geen nevenschikkend voegwoord?
A
en
B
ook
C
omdat
D
daarnaast
Slide 32 - Quiz
Het duurder maken van scheiden zal voor veel leed zorgen. Ook bij mij was de sfeer gespannen.
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld
Slide 33 - Quiz
De nieuwe roman van Wieringa is een roman die knettert van ambitie volgens de recensent van NRC.
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 34 - Quiz
Wat is een synoniem voor expliciet?
A
nadrukkelijk
B
streven naar
C
uitdrukkelijk
D
duidelijk
Slide 35 - Quiz
Een kort herkenbaar verhaaltje waar het onderwerp in naar voren komt. Dat is een...
A
bewering
B
weerlegging
C
definitie
D
anekdote
Slide 36 - Quiz
Wat is een vooronderstelling?
A
Een hypothese, opvatting die je nog moet bewijzen.
B
Een discriminerende opmerking.
C
Een bedenking of bezwaar.
D
Voorafgaande beperking. Wat eerst moet gebeuren.
Slide 37 - Quiz
Tekstverbanden
Slide 38 - Slide
Tegenstelling
A
eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, ten slotte
B
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, ter illustratie, u kent het wel, ter verduidelijking
C
daarbij komt, vooral ook, omdat
D
maar, echter, niettemin, toch, desondanks, daarentegen, hoewel, toch, tenzij
Slide 39 - Quiz
Reden/verklaring
A
ten eerste…, overigens, nog afgezien van, trouwens
B
net als, zoals, evenals, vergeleken met
C
daarbij komt, vooral ook, omdat
D
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
Slide 40 - Quiz
Vergelijking
A
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
B
net als, zoals, evenals, vergeleken met
C
als, indien, wanneer, in het geval, mits
D
daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit, hierom, derhalve ,daarom
Slide 41 - Quiz
begrippen
Slide 42 - Slide
Drogredenen
Slide 43 - Slide
Het examen Nederlands zal wel makkelijk zijn, dat was het vorig jaar ook.
A
Verteken van een standpunt
B
Persoonlijke aanval
C
Overhaaste generalisatie
D
Verkeerde vergelijking
Slide 44 - Quiz
Ik heb geen zin in eten want ik heb geen trek.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.
B
Cirkelredenering
C
Drogreden van het hellend vlak
D
Ontduiken bewijslast
Slide 45 - Quiz
Wat weet een dronkenlap als jij van politiek?
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.
B
Ontduiken bewijslast
C
Op-de-man-spelen of persoonlijke aanval
D
Vals dilemma
Slide 46 - Quiz
Algemene vragen
Slide 47 - Slide
Tekststructuren
Slide 48 - Slide
Waar vind je de kernzin van een alinea?
A
In het midden.
B
Meestal vooraan in de eerste zin.
C
Meestal vooraan in de eerste of tweede zin.
D
Meestal vooraan in de eerste of tweede zin of achteraan.
Slide 49 - Quiz
De hoofdgedachte schrijf je in meer dan één zin op.
A
juist
B
onjuist
Slide 50 - Quiz
Bij het bepalen van de hoofdgedachte van een alinea of groepje alinea's let je vooral op de kernzinnen.
A
juist
B
onjuist
Slide 51 - Quiz
Als je zelf de hoofdgedachte van een groepje alinea's moet formuleren, geef je daar een opsommende samenvatting van.
A
juist
B
onjuist
Slide 52 - Quiz
Bij het bepalen van de hoofdgedachte van de hele tekst let je vooral op de titel, de inleiding en het slot.
A
juist
B
onjuist
Slide 53 - Quiz
Ik wil graag nog iets weten over..
Slide 54 - Open question
More lessons like this
Examentraining 5H
March 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Oefenen begrippen examen
December 2022
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining 5H
April 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Nederlands CC3 Deel 1 - Les 3: De kern van teksten
December 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Examenvoorbereiding Sem 1 S6
December 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Secondary Education
Examentraining 4 VMBO
March 2017
- Lesson with
15 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Examentraining
Examentraining mavo 4: leesvaardigheid
April 2018
- Lesson with
21 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Examentraining
Leesvaardigheid
January 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1