What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands mondeling examen
Mondeling examen Nederlands
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Mondeling examen Nederlands
Slide 1 - Slide
Casus bespreken
Slide 2 - Slide
20 min. de tijd om de casus voor te bereiden
Lees de tekst 'Fraai versierd!'
Ga hierna:
• de inhoud van de casus kort samenvatten.
• als er vragen onder de casus staan, deze voor jezelf beantwoorden.
timer
20:00
Slide 3 - Slide
Wat vind je van het artikel?
Slide 4 - Mind map
Wat is het doel van het artikel?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Video
Hoe houdt de schrijver rekening met het leespubliek?
Slide 7 - Mind map
Formeel of informeel taalgebruik?
A
Formeel
B
Informeel
C
Beide
Slide 8 - Quiz
Kun je de tekst verdelen in inleiding – kern – slot?
Slide 9 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Video
Wat voor tekstsoort heb je voor je liggen?
Slide 12 - Mind map
Geef eens voor het woord permanente een synoniem?
Slide 13 - Mind map
Synoniemen zijn twee woorden die hetzelfde betekenen.
Antoniemen zijn woorden die het tegengestelde betekenen.
Homoniemen zijn woorden die twee betekenissen hebben
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Kun jij een homoniem in de tekst vinden?
Zo ja, welke?
Slide 16 - Mind map
Geef ’n ander woord voor leestekens.
A
puntjes op de i
B
accenten
C
symbolen
D
interpunctie
Slide 17 - Quiz
Geef voorbeelden van interpunctie.
Slide 18 - Mind map
Wat is een leenwoord?
A
Een woord afkomstig uit een andere taal
B
woorden die taalpuristen graag gebruiken
C
Alleen Engelse woorden die we in Nederland gebruiken
D
Woord waar copyright op zit
Slide 19 - Quiz
Geef voorbeelden van leenwoorden uit de tekst
Slide 20 - Mind map
Wat is de mening van de schrijver over het onderwerp van deze
tekst?
Slide 21 - Mind map
Op welke manier geeft de schrijver aan dat hij/zij met een nieuwe
alinea begint?
Slide 22 - Mind map
Voor wie is deze tekst vooral bedoeld?
Slide 23 - Mind map
Waarvan maakt de schrijver in deze tekst vooral gebruik: feiten,
eigen mening, mening van anderen?
A
feiten
B
eigen mening
C
mening van anderen
Slide 24 - Quiz
Wat is een citaat?
A
Een figuurlijke uitspraak van iemand
B
Een samenvatting van wat iemand zegt
C
Uitleg van wat iemand gezegd heeft
D
Een letterlijke uitspraak van iemand
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Welk signaalwoord herken je in alinea 2
Slide 28 - Mind map
Wat wordt er bedoeld met 'vloeibaar'
in alinea 4
Slide 29 - Mind map
More lessons like this
Synoniemen, Antoniemen en homoniemen
September 2024
- Lesson with
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 6-8
Homoniemen en homofonen
September 2020
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
Schrijf een effectieve column!
May 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 27 Via Vervolg 1F deel B Homoniemen en antoniemen
April 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3,4
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
November 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
November 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2