hv1 De Bijbel hfst 2 - Bijbels

De Bijbel
H2: Als boek van God
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

De Bijbel
H2: Als boek van God

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik
Bijbel als boek van God
Leerdoelen
Hoofdstuk 2
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Terugblik
Wat is inspiratie?
Wat is de Bijbel?
Hoe gebruik je doelen?

Slide 3 - Slide

Doelen
-Actief kunnen leren
De Bijbel: vroeger en nu:
A. Je weet in welke talen de Bijbel geschreven is.
B. Je kunt het ontstaan van de Bijbel in drie verschillende (tijds)perioden verdelen.
C. Je kunt enkele kenmerken noemen van de verschillende Bijbeltalen.
D. Je kunt uitleggen waarom er iedere keer nieuwe Nederlandse vertalingen verschijnen.

Slide 4 - Slide

Lezen 2A en 2B

Slide 5 - Slide

Periode 1
Periode 2
Periode 3
Mondelinge overlevering
schriftelijke overlevering
Bewaarde overlevering

Slide 6 - Drag question

Welke grondtalen zijn er in de Bijbel?

Slide 7 - Mind map

Grondtalen -aant 2b
Hebreeuws
Andere tekens
Van rechts naar links, 
Alleen medeklinkers
Grieks
Hoofdletters,
zonder punten en komma's
Aramees
Taal van Ballingschap nog gesproken in Jezus' Tijd (abba)

Slide 8 - Slide

Lees 2C

Slide 9 - Slide

Lees 2D

Slide 10 - Slide

Lees 2E

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

De Bijbel
H2: Als boek van God

Slide 14 - Slide

Planning
Terugblik
Nakijken huiswerk


Slide 15 - Slide

Aantekening 2E 
3 manieren van vertalen:
ce1) Brontaal gericht: zo letterlijk mogelijk vanuit de brontaal
vb lett  the man of the hook - laat de man van de haak
2 Doeltaal gericht: zodat de tekst in de doeltaal duidelijk wordt vb lett the man of the hook - laat de man maar gaan
3 Parafrase In eigen woorden.
vb Deze man is niet schuldig

Slide 16 - Slide

nakijken

Slide 17 - Slide

2.4
Stap 1: De mondelinge overlevering - de woorden van God werden doorgegeven
Stap 2: De schriftelijke overlevering - de woorden van God worden opgeschreven
Stap 3: De bewaarde overlevering - de opgeschreven woorden van God worden bewaard en vormen samen één boek: de Bijbel.

2.6
a. Het Oude Testament is voornamelijk in het Hebreeuws geschreven. Een paar hoofdstukken uit Ezra en Daniël zijn in het Aramees geschreven. 
b.Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven.
2.7
a. Niet waar
b. Waar
c. Niet waar
d. Niet waar

2.5
Omdat verhalen steeds veranderden door de verteller en ze het vast konden leggen.
Omdat het aantal schrijvers en materialen groeide en schrijven meer mogelijk werd.

Slide 18 - Slide

Actief opdrachten maken
  1. Lees de opdrachten.
  2. Vertel in eigen woorden bij de eerste opdracht wat je moet doen.
  3. Lees de tekst tot het eerste antwoord.
  4. Noteer je antwoord.
  5. Lees de vraag nog een keer en kijk of je antwoord klopt en compleet is.
  6. Ga naar je volgende opdracht.
  7. Lees verder (vul eventueel nog vorige antwoorden aan).

Slide 19 - Slide

Maak de opdrachten 2.8 tot en met 2.12



Hoe deed je dat ook alweer?
timer
20:00

Slide 20 - Slide

2.9
a. Meester
b. Meisje, sta op
c. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?

2.8
gegeven kopie

2.11
Niet iedereen kan Grieks of Hebreeuws lezen en daarom wilde men graag een Bijbel in de eigen taal. Maar, taal verandert, dus moet er eens in de zoveel tijd ook een nieuwe vertaling komen.
2.10
eigen antwoord
2.12
brontaal- vertaling
doeltaal- vertaling (punt 2, noteer in boek)
parafrase (uitleg- vertaling)

Slide 21 - Slide

Welk kenmerken horen bij het Hebreeuws?
A
Van links naar rechts lezen
B
Alleen medeklinkers
C
Van rechts naar links lezen
D
De taal van de joden in het Oude Testament

Slide 22 - Quiz

Welke andere Bijbeltalen zijn er?
A
Aramees en Latijn
B
Grieks en Latijn
C
Aramees en Grieks
D
Alleen Grieks

Slide 23 - Quiz

Wat zijn kenmerken van het Grieks?
A
Lezen van rechts naar links
B
Alleen hoofdletters
C
geen punten en komma's
D
Nederlandse letters

Slide 24 - Quiz

Evaluatie
Check   
de   
doelen!!

Slide 25 - Slide

Actief leren
Doorkijken; Bekijk plaatjes, kopjes, doe een voorspelling
Vragen; vragen bedenken (of vragen van het boek)
Lezen; tekst lezen
Onderstrepen of samenvatten
Testen- navertellen waar het over ging, antwoorden geven. 

Slide 26 - Slide

huiswerk
Leer hoofdstuk 2

Leer de Bijbelboeken van het Oude Testament

Slide 27 - Slide