ZK1C paragraaf 2.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij de Geschiedenisles ZK1C!

Startklaar:

- Telefoon in Zakkie

- Op tafel:

        - Map

        - Feniksboek

        - Naambordje

        - Zakkie

Startopdracht. Schrijf op:

Extra werk: paragraaf 1.3 overschrijven (de tijd meten)

Vraag 4, werkboek bladzijde 21:

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de eerste mensen leefden.

... kun je uitleggen hoe jagers-verzamelaars leefden

... kun je uitleggen hoe de eerste boeren leefden

Plan van de les:

Huiswerk bespreken

Leerdoelen

Uitleg jager-verzamelaars en landbouw

Opdrachten

tijdvak

Periode uit de geschiedenis.

Vraag: wat zijn dit? (tijdvakken)

Vraag: wisten mensen in deze tijdvakken al dat ze in deze tijdvakken zaten?

In welk tijdvak zitten wij denk jullie? Hoe moeten we die noemen?

15.000 v. Chr.

• Laatste stuk van de laatste IJstijd

• Nederland was voor een groot deel toendra: gras, mos en lage struiken

• Wilde dieren: mammoeten, wolven, paarden en rendieren

• Er woonden ongeveer 1000 mensen in Nederland

Jager-verzamelaars

• Leven van de natuur

• Mannen: jagen (ook: vissen)

• Vrouwen: verzamelen van bessen, noten enz.

Jager-verzamelaars

Mensen die leven van de natuur door te jagen (of te vissen) en door eetbare planten te verzamelen. 

Schrijf op!

Jager-verzamelaars

• Geen vaste woonplaats: nomaden
  

• Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

• Trekken achter hun eten aan

• Eenvoudige woningen: hutten/grotten

• Weinig bezittingen

Dus:

Jager-verzamelaars:

• nomaden, wonen niet op 1 plek
• Leven van de natuur
• Weinig mensen 
• Weinig spullen

Nomaden

Leven in kleine groepen en hadden geen vaste woonplaats. Ze reizen achter hun eten (wilde dieren) aan. Nomaden hebben weinig bezittingen. Jager-verzamelaars waren nomaden. 

Schrijf op!

Bronnen van jager-verzamelaars

• Geschreven of ongeschreven bronnen? 
• Ongeschreven! (Rotstekeningen of speerpunten)
• Waar weten we dus minder over?
• Taal, gevoelens bijvoorbeeld

Droog 

of 

Koud

Warm

en

Nat 

Klimaatverandering

1. Droge of koude plekken werden warm en nat
2. Meer eetbare planten
3. Mensen leren hoe ze eetbare planten kunnen laten groeien
4. Mensen worden boeren en blijven op 1 plek!
5. Maar ook: dieren houden!

Akkerbouw

(eetbare planten verbouwen)

Veeteelt

(dieren houden)

Landbouw

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

Meer

(zitten)

Minder

(staan)

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

Hadden boeren meer of minder spullen dan jager-verzamelaars?

Boeren

(zitten)

Jager-verzamelaars

(staan)

Van wie hebben we nu dus meer bronnen?

Opdrachten (wordt huiswerk)

Maak opdrachten 6, 7, 8 en 10 (werkboek bladzijde 22-23)

En opdrachten 2 t/m 6 (werkboek bladzijde 23-25)

Klaar? --> Lees alvast paragraaf 2.3 (leerboek bladzijde 22-23)